Minister wil kleinschalig mbo afdwingen

Het onderwijs aan mbo-leerlingen moet in de toekomst verzorgd worden door kleinschalige mbo-colleges. Grote instellingen moeten zich daartoe opknippen in herkenbare colleges. Minister Bussemaker wil dit via een wet afdwingen.

Met het aangekondigde wetsvoorstel over kleinschalig beroepsonderwijs wil minister Bussemaker een einde maken aan het brede onbehagen over ‘leerfabrieken’ als het voormalige Amarantis. ‘Als de menselijke maat ontbreekt, is dat slecht voor het onderwijs’, zo schrijft zij in een brief aan de Tweede Kamer. De minister wil grote mbo-instellingen verplichten zich om te vormen tot een gemeenschap van kleinschalige mbo-colleges. Van deze plicht kan een school alleen maar afwijken als daar goede onderwijskundige argumenten voor zijn. Bovendien moeten de ondernemingsraad en studentenraad ermee instemmen.

Collegedirecteur
In het model dat de minister voor ogen staat, krijgt ieder mbo-college een eigen onderwijskundig leider in de persoon van een ‘collegedirecteur’. Om diens positie te versterken, zullen zijn taken en bevoegdheden in de wet worden vastgelegd. De collegedirecteur wordt in ieder geval verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. Het inspectietoezicht zal zich in de toekomst ook richten op het niveau van het mbo-college, zodat de onderwijskwaliteit per college inzichtelijk wordt.

Divers opleidingsaanbod
Ieder mbo-college biedt een samenhangend cluster van opleidingen aan, bijvoorbeeld rond zorg of techniek. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat in één regio meerdere gemeenschappen van mbo-colleges gevestigd kunnen zijn. Volgens de minister is een divers opleidingsaanbod van belang voor de keuzevrijheid van studenten. Bovendien worden scholen zo geprikkeld om kwaliteit te leveren.

Kritiek
De MBO Raad heeft kritisch gereageerd op de plannen van minister Bussemaker. Volgens voorzitter Jan van Zijl – die overigens de minister onlangs nog opriep haast te maken met nieuwe bestuursvormen – zijn de scholen niet betrokken bij de plannen. Hij nuanceert het beeld dat het mbo-onderwijs nu massaal in leerfabrieken wordt aangeboden. Ook ontkent hij dat onderwijskwaliteit samenhangt met de grootte van een gebouw of de omvang van een stichting. ‘Als de minister de handen op elkaar krijgt voor haar plannen, gaan de scholen jarenlange reorganisaties tegemoet,’ zo waarschuwt hij. Er zijn ook positieve reacties, bijvoorbeeld van ROC Top uit Amsterdam: ‘Als kleinschalig mbo ondersteunen wij het plan van harte. Wij zijn al een school waarbij studenten, docenten en medewerkers elkaar bij naam en toenaam kennen,’ aldus woordvoerder Peter van Leeuwen.

Lees hier het artikel in de MBO-krant van juni 2014 waarin minister Bussemaker al pleitte voor kleinschalig mbo.