Studenten boeken weinig vooruitgang in hun taalvaardigheid gedurende het eerste mbo-leerjaar. Dit blijkt uit onderzoek dat het Expertisecentrum Nederlands en het CPB uitvoerden bij ROC Zadkine.
Het onderzoek ‘Taalexperiment mbo’ werd de afgelopen jaren uitgevoerd onder studenten van mbo-3 en -4 niveau, van alle sectoren die ROC Zadkine (Rotterdam) aanbiedt: techniek, zorg en welzijn, handel en economie. In totaal waren bij het onderzoek 56 opleidingen betrokken.
Lezen en schrijven
Het onderzoek richtte zich op de lees- en schrijfvaardigheid van de studenten. Er werd gekeken naar de taalvaardigheidsontwikkeling binnen één schooljaar en naar het effect van extra taallessen. Daarvoor waren twee meetmomenten ingelast: aan het begin en aan het einde van het schooljaar. De onderzoekers concluderen dat de taalvaardigheid van leerlingen in één schooljaar niet significant vooruit gaat. Studenten op mbo-4 niveau laten echter wel een kleine vooruitgang zien in de schrijfvaardigheid. Er zijn geen verschillen tussen de sectoren.
Taallessen
Het geringe effect van de extra taalessen kan volgens de onderzoekers verschillende oorzaken hebben: het kan zijn dat de lessen inhoudelijk niet aansloegen, maar ook de desinteresse van de leerlingen kan een rol spelen. Die kan versterkt worden door het feit dat lees- en schrijftoetsen niet meetellen voor de studievoortgang. Ook onderkwalificatie van de docenten – slechts één op de drie docenten heeft een eerste- of tweedegraads bevoegdheid Nederlands – heeft mogelijk een rol gespeeld. Ook was het aantal extra taallessen – dertig in totaal – wellicht niet voldoende. In de toekomst kan bezien worden of maatwerk – toespitsing op sector of opleiding – meer effect sorteert.