Als kersverse voorzitter van de MBO Raad krijgt Adnan Tekin direct te maken met lastige kwesties: zijn er volgend schooljaar wel voldoende stageplekken? Hoe lang is het mbo nog aangewezen op afstandsonderwijs? En hoe kunnen mbo-studenten in het nieuwe jaar een goede start maken? Gelukkig ziet Tekin ook kansen: ‘We moeten nu echt doorpakken op leven lang ontwikkelen!’
Wie is Adnan Tekin en wat heeft hij met onderwijs?
‘Ik ben opgegroeid in Amsterdam Nieuw-West. Door mijn werk voor de gemeente Amsterdam ben ik veel met onderwijs in aanraking gekomen. Een heel mooi project was het verbeteren van de onderwijskwaliteit van basisscholen. Samen met onderwijzers hebben we toen veel kunnen bereiken. Ik heb echt een onderwijshart. Ik wil heel graag een steentje bijdragen aan het bieden van kansen voor iedereen, ook voor mensen die het wat lastiger hebben.’
U valt wel met de neus in de boter…
‘Mijn eerste officiële werkdag begon direct met een gesprek met minister Van Engelshoven over de coronacrisis. Daar kwam natuurlijk de vraag aan de orde waarom vo-leerlingen na de zomer wel naar school kunnen en dezelfde leeftijdsgroep op het mbo niet. De onderbouwing van dat besluit bleef onduidelijk.’
En, wat was de uitkomst?
‘De minister heeft goede argumenten om voorzichtig te zijn. Vanaf 16 jaar worden jongeren kwetsbaarder voor het virus. Natuurlijk willen we het liefst zo snel mogelijk terug naar normaal. Een vak leren in het mbo gaat niet op afstand. Maar gezondheid en veiligheid staan voorop. We bekijken de komende tijd wat er bij de start van het nieuwe studiejaar wel allemaal mogelijk is binnen de RIVM-voorwaarden. Belangrijk is dat er uiteindelijk voor alle studenten perspectief komt op een terugkeer naar school. Het gesprek daarover met de minister gaat door.’
Bent u een echte polderaar?
‘Ik probeer altijd in gesprek te blijven. Maar ik weet ook wanneer er een knoop doorgehakt moet worden.‘
U ziet in deze tijd ook kansen voor het mbo?
‘Voor mij is cruciaal dat het mbo een grote rol kan gaan spelen in het leven lang ontwikkelen. De coronacrisis maakt nog eens duidelijk hoe belangrijk flexibiliteit op de arbeidsmarkt is. In sommige sectoren verdwijnen veel banen, in andere sectoren komt er juist werk bij. De mbo-scholen kunnen nu een prachtige rol spelen in het her-, bij- en omscholen van werknemers. In mijn tijd als gedeputeerde in de provincie Noord-Holland heb ik goede afspraken kunnen maken met het Nova-College over kortdurende opleidingen voor het werk in de windenergie. De komende tijd kunnen de mbo-scholen, met hun fijnmazig netwerk in de regio’s, met de 30.000 opleiders en hun moderne infrastructuur echt werk maken van leven lang ontwikkelen. Het zou jammer zijn als we deze kans niet grijpen.’
U heeft de afgelopen weken al meegelopen met waarnemend voorzitter Frank van Hout. Wat is u opgevallen?
‘Aan de ene kant viel mij op hoe trots bestuurders en docenten zijn op hun school. Maar aan de andere kant heb ik ook door veel stille schoolgebouwen gelopen. Als je zo’n lege kantine ziet, dan breekt je onderwijshart. Die beelden zullen mij zeker bijblijven. Ik ben trouwens echt onder de indruk van de schoolgebouwen die ik gezien heb. Toen ik in de jaren negentig de Amsterdamse wethouder van Onderwijs ondersteunde, waren veel mbo-scholen gehuisvest in oude, aftandse gebouwen. Dat beeld is helemaal verdwenen. Terecht: mbo-studenten verdienen goede schoolgebouwen met de modernste leermiddelen. Mede met behulp van het bedrijfsleven lukt dat goed.’
Staan er nog andere onderwerpen op uw agenda?
‘Waar ik me zeker mee wil bezighouden is het onderwerp stagediscriminatie. Wij kunnen als mbo-scholen het beste onderwijs geven, maar elke student moet op de arbeidsmarkt en in de samenleving wel een eerlijke kans krijgen om mee te doen. Er gebeurt al veel, maar ik ben er echt van overtuigd dat er meer kan. Samen met het bedrijfsleven in onder meer SBB-verband wil ik kijken hoe we dat voor elkaar kunnen krijgen.’