Van harte gefeliciteerd! 5 oktober is de dag van de leraar, ook de dag van de leraar in het mbo uiteraard. Daarom heb ik voor deze feestelijke gelegenheid een abc’tje gemaakt, waarin ons mooie mbo centraal staat.
De A is van ambacht, een ander woord voor handwerk, iets wat geleerd wordt op het mbo. Ook al blijft de automatisering oprukken, de vraag naar ambacht blijft.
B is van beroepsonderwijs. Ook is de B van BPV (beroepspraktijkvorming) oftewel stage.
C is van CAO. Wat fijn dat er een collectieve arbeidsovereenkomst is, waarin onze aanvullende arbeidsvoorwaarden beschreven staan. Vakbonden en andere betrokkenen onderhandelen regelmatig intensief voor het beste resultaat.
D is van docenten en de slogan/website/hashtag: ‘Dit is mbo’.
E is van Euroskills. Dit zijn Europese wedstrijden waarin onze mbo-studenten hun beroepsvaardigheden laten zien, in competitie met andere Europese studenten uit hetzelfde vakgebied.
G is van Gdańsk. De plaats in Polen waar de Euroskills plaatsvonden afgelopen september.
F, nu ben ik de F vergeten voor de G te zetten, maar leraren mogen gelukkig ook fouten maken. Als je ze maar erkent zodat je ervan kunt leren, dat willen we bij onze studenten ook graag zien.
H is van hulp. Hulp wordt geboden door de docent aan de student op verschillende manieren. Hulp in plannen, hulp bij stage, hulp bij algemene vakken, hulp bij het maken van opdrachten enz.
De i is van instructeurs, zij geven les in hoe je vaardigheden moet uitvoeren.
J is van jongeren. In het studiejaar 2021-2022 was 86,5% van de mbo-studenten jonger dan 25 jaar (Bron: CBS, 2022). Dat zijn 437.000 studenten.
K is van kwalificatiedossier, elke opleiding moet studenten bepaalde werkprocessen aanleren voor ze hun diploma behalen. De K is ook van keuzedelen, een mbo-variant van minoren van het andere vervolgonderwijs. Studenten kunnen met keuzedelen hun opleiding verdiepen en/of verbreden.
L is van leerplicht. Veel mbo-studenten zijn leerplichtig, in tegenstelling tot hbo- en wo-studenten. We willen graag dat mbo-studenten zonder startkwalificatie (diploma niveau 2 of havo/vwo)op school blijven tot ze hun diploma behalen.
M hoort uiteraard bij het middelbaar beroepsonderwijs, het mbo. Daarbij kan de M ook bij de minister van onderwijs, afgelopen tijd kreeg het mbo van hem veel waardering.
N is van Nederlands, samen met rekenen (en Engels voor niveau 4) een verplicht examenvak op het mbo.
O is van opleiding. In totaal zijn in afgelopen schooljaar 199 mbo-opleidingen aangeboden (Bron: MBO Raad, 2023).
P is van practoraat. Een onderzoeksgroep op het mbo. Een soort mbo-variant van de lectoraten op het hbo. Daarnaast ook van praktijk, erg belangrijk op het mbo!
Q is van quiz. Een fijne werkvorm die ook werkt in het mbo, omdat studenten op een leuke manier hun kennis kunnen testen. Dit kan op allerlei manieren, online en offline.
R regionale opleidingscentra oftewel ROC. De R staat ook voor relatie, veel studenten vinden het belangrijk een goede band op te bouwen met hun leraar.
S is van Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). Deze organisatie verbindt onderwijs met de praktijk. Ze maakt de kwalificatiedossiers (in overleg met onderwijs en werkgevers) en keurt stagebedrijven.
T van theorie. Dit komt wellicht wat minder aan bod op het mbo, maar is wel nodig om de praktijkvaardigheden beter uit te kunnen voeren.
U is van urennorm, momenteel moeten studenten minimaal 1.000 uur per jaar besteden aan school en stage. Wellicht verandert dit binnenkort, er is een internetconsultatie geweest over een wetsvoorstel dat deze urennorm moet aanpassen.
V is van voortijdig schoolverlaten (VSV) dit zijn studenten die geen niveau 2/havo/vwo-diploma hebben behaald.
W is van welzijn. Afgelopen tijd werd duidelijk dat het welzijn van mbo studenten soms in het gedrang komt. Dit komt volgens onderzoek in opdracht van de MBO Raad onder meer door de coronaperiode en door meer studenten met ‘multiproblematiek’ (bijvoorbeeld financieel, problematische thuissituatie, zorgen toekomst).
X is van X-chromosoom. Afgelopen jaar bestond 51% van het mbo uit mannen (Onderwijs in Cijfers, 2022).
Y is van YouTube. Dit is een website die leraren en studenten kunnen gebruiken om extra informatie te laten zien, maar door studenten stiekem ook gebruikt wordt voor andere dingen.
Z is van zomervakantie, de kers op de taart voor leraren. Tenzij je ook naar de zomerschool gaat, dat is ook met de Z, of als je het schooljaar moet afsluiten en/of voorbereiden.
Manon Toonen is docent Nederlands en Rekenen bij ROC van Twente.