In wet- en regelgeving moet geen onderscheid gemaakt worden tussen studenten van het mbo, het hbo of de universiteit. Het is hoog tijd voor de volledige emancipatie van het mbo. Dat vindt Bjorn Beijnon, bij de komende verkiezingen kandidaat voor Volt Nederland. MBO-today sprak kort met Bjorn over zijn ideeën.
Bjorn Beijnon (31 jaar) is docent aan de Hogeschool Utrecht. Als nummer 5 op de kandidatenlijst van Volt hoopt hij bij de komende verkiezingen in de Tweede Kamer te komen. Als dat gebeurt, wil hij zich gaan inzetten voor de verdere emancipatie van het mbo. Wat hem betreft zou er in wet- en regelgeving nergens meer onderscheid gemaakt moeten worden tussen studenten aan het mbo, het hbo of de universiteit.
Jullie pleiten voor een verplichte stagevergoeding van minimaal 550 euro per maand. Geldt dat ook voor de mbo-student die in het eerste jaar van de studie zit?
‘Ja, wij vinden dat iedere student die stageloopt recht heeft op een vergoeding. We moeten geen onderscheid maken tussen studierichting of leerjaar. Werkgevers mogen natuurlijk een hogere vergoeding geven, maar het minimale bedrag is wat ons betreft 550 euro bruto per maand.’
Ben je niet bang dat werkgevers dan minder stageplaatsen zullen aanbieden?
‘In de krappe arbeidsmarkt van vandaag is het voor werkgevers aantrekkelijk om stagiaires binnen te halen. Het is een goede manier om talent aan je te binden.’
Volt wil mbo-scholen extra budget geven om studieverenigingen mogelijk te maken. Waarom is dat belangrijk?
‘Het is goed als studieverenigingen openstaan voor studenten van alle opleidingen. We willen mbo-studenten stimuleren om zelf ook studieverenigingen op te richten. Scholen kunnen daarbij een belangrijke rol spelen. We vinden het ook belangrijk dat universitaire sportcentra hun deuren openen voor alle studenten. Studenten van het mbo worden nu hoogstens getolereerd. Dat moet veranderen. We moeten geen onderscheid meer maken tussen studenten van universiteit, hogeschool of een mbo-opleiding.’
Jullie pleiten er ook voor om meer mbo-studenten ervaring te laten opdoen in het buitenland. Dat gebeurt nu toch ook al?
‘Het gebeurt al wel, maar nog niet zo vaak als op de universiteit. Daar gaan veel studenten een paar maanden naar het buitenland. Het zou goed zijn als iedere mbo-school een buitenlandcoördinator krijgt, die contacten legt met buitenlandse scholen en studenten stimuleert naar het buitenland te gaan. Dat gebeurt nu al bij opleidingen als toerisme en sport, maar ook voor bijvoorbeeld technische opleidingen kan het heel leerzaam zijn om ervaring over de grens op te doen. Wij denken dat dit voor mbo-studenten net zo belangrijk is als voor studenten van het hbo of de universiteit.’
Lees hier het verkiezingsprogramma van Volt ‘Doe iets nieuws’