De voorgenomen wijziging van de urennorm in het mbo zal geen negatief effect hebben op de onderwijskwaliteit. Scholen zijn met de nieuwe norm beter in staat het onderwijs te laten aansluiten bij de arbeidsmarkt.
Dat schrijft minister Gouke Moes aan de Tweede Kamer. Onder Kamerleden leven zorgen over de gevolgen van de Wet verbetering aansluiting beroepsonderwijs arbeidsmarkt (de Wet vaba). Die wet zorgt onder andere voor een versoepeling van de urennorm in het mbo. Scholen krijgen de mogelijkheid om in het onderwijsprogramma meer praktijkuren in te bouwen. Het minimum aantal uren ‘begeleide onderwijstijd’ gaat van zeshonderd naar vijfhonderd per jaar.
Kwaliteit
Met name de woordvoerder van Nieuw Sociaal Contract, Aant-Jelle Soepboer, maakt zich zorgen over de gevolgen voor de onderwijskwaliteit. Soepboer ziet een direct verband tussen lesuren en onderwijskwaliteit. In een Kamerdebat stelde hij vorig jaar: ‘Begeleiding door bekwaam onderwijspersoneel is essentieel voor de kwaliteit van onderwijs.’ In een motie vroeg hij aan toenmalig minister Bruins om in beeld te brengen hoeveel lesuren mbo-studenten de laatste vijf jaar daadwerkelijk hebben gehad. Ook wilde hij een antwoord op de vraag: leidt minder lesuren tot minder kwaliteit?
Meer ruimte
In de nota probeert minister Gouke Moes de Kamer gerust te stellen. De aanpassing van de urennorm betekent niet dat scholen minder onderwijs aanbieden. Wel krijgen scholen meer ruimte om het onderwijs flexibel in te richten. Door meer ruimte in te bouwen voor praktijkervaring kan het onderwijs juist beter aansluiten bij de arbeidsmarkt.
Herstelopdracht
Op de tweede vraag van Soepboer moet de minister het antwoord schuldig blijven. De inspectie houdt sinds 2014 niet meer bij hoeveel lesuren de scholen verzorgen. Als er twijfels zijn over de onderwijskwaliteit kan de inspectie onderzoek doen naar de onderwijstijd bij opleidingen. De afgelopen twee jaar is slechts bij één opleiding naar aanleiding van kwaliteitsonderzoek sprake geweest van een herstelopdracht voor onderwijstijd.
Signalen
Hoewel de inspectie jaarlijks enige tientallen signalen ontvangt over onderwijstijd, onderzoekt de inspectie niet structureel hoe scholen omgaan met de urennorm. Desondanks stelt minister Goes dat er voldoende waarborgen voor de onderwijskwaliteit zijn ingebouwd. De inspectie is van mening dat scholen over het algemeen zorgvuldig omgaan met de onderwijstijd. Ook na versoepeling van de urennorm zal dit volgens de inspectie niet veranderen.
Lees hier de nota van minister Moes
Lees ook: Versoepeling urennorm: NSC vreest voor onderwijskwaliteit