Het mbo als sigarettenfabrikant?

COLUMN | De MBO Raad pleit voor een vrije studiekeuze van mbo-studenten. Dat klinkt sympathiek: iedere student kiest de opleiding die het beste bij hem of haar past.

Maar wat gebeurt er als iedereen een opleiding kiest die ‘leuk’ is? Wat gebeurt er als daardoor minder studenten bijvoorbeeld  voor de zorg, de techniek en het onderwijs kiezen? Kunnen we dan de kwaliteit van ons leven in Nederland behouden? Kunnen we dan voldoende huizen bouwen of ons stroomnet verzwaren? Ouderenzorg blijven leveren? En de woningbouw een slinger geven?

De ongemakkelijke waarheid is dat onbeperkte keuzevrijheid in het mbo een gevaar is voor de toekomst van Nederland. Een voorbeeld. Opleidingen die leiden tot banen in de techniek hebben moeite met het werven van studenten – terwijl de arbeidsmarkt zit te springen om technisch opgeleid personeel. Al tien jaar lang kiest ongeveer 19% van alle mbo-studenten voor een technische opleiding. Alle campagnes om studenten voor techniek te enthousiasmeren, én programma’s als Sterk Techniek Onderwijs op het vmbo ten spijt. Enthousiasmeren werkt niet.

Grofweg kun je een tweetal functies van het onderwijs onderscheiden: 1) persoonsvorming en persoonlijke ontwikkeling; 2) leren van kennis en vaardigheden die de samenleving verder brengen of in stand houden. Je zou kunnen zeggen dat de eerste functie gericht is op het individu (hoe maakt het onderwijs mij beter) en de tweede op het collectief (hoe maakt het onderwijs onze samenleving beter). En ja, idealiter worden beide gecombineerd.

Het pleidooi voor keuzevrijheid in het mbo lijkt zich in eerste instantie te richten op het individuele belang op korte termijn. Mbo-instellingen bieden opleidingen aan die daar exclusief op lijken in te spelen. Bijvoorbeeld: in een Brabantse provinciestad, die niet bekend staat om zijn bruisende culturele klimaat, wordt een mbo-dansopleiding aangeboden. Een fantastisch initiatief om jonge mensen zich te laten ontwikkelen en zich creatief te uiten. Echter, de kans op een baan is slecht: er is nauwelijks een baan te vinden die past bij de opleiding in de Brabantse provinciestad en omgeving. Met deze opleiding wordt het individuele belang op korte termijn gediend (persoonlijke ontwikkeling), maar niet het individuele belang op lange termijn (een baan vinden waar je voor bent opgeleid); het belang van de samenleving in de Brabantse provinciestad wordt met deze opleiding ook niet gediend (daar is vooral een behoefte aan mensen met een opleiding in de techniek en de zorg, aldus de visie van de gemeente.)

Roken is ongezond. Toch beargumenteren sigarettenfabrikanten dat ze hun product maken omdat er vraag naar is. Dezelfde redenering lijken mbo-scholen te hanteren bij het samenstellen van hun opleidingsaanbod. Toekomstige studenten vragen erom, het lokale theater en het gemeentebestuur vinden het geweldig om een dansopleiding te hebben. Dus laten we zo’n opleiding aanbieden. (En iedere student levert de onderwijsinstelling geld op).

Lijkt het normbesef van de mbo-sector soms te veel op dat van sigarettenfabrikanten? De korte-termijn-wens of behoeftebevrediging van het individu staat daarbij centraal. Dat het op lange termijn niet goed is, is geen overweging om het handelen bij te stellen. De brede maatschappelijke verantwoordelijkheid wordt terzijde geschoven. Het eigenbelang, om de instelling overeind te houden, lijkt leidend.

Uiteraard ben ik ook voorstander van een vrije studiekeuze. Laat een student zelf kiezen voor een opleiding in de zorg, in de techniek, gericht op defensie of een ander veiligheidsdomein of in het groene domein. Het zou mooi zijn als het mbo die opleidingen aanbiedt die ook daadwerkelijk  maatschappelijk relevant zijn én waar een goede boterham mee te verdienen is. En de andere opleidingen stoppen of zeer sterk beperken met een numerus fixus op landelijk niveau.

Draagt het mbo dan niet meer bij aan de persoonlijke ontwikkeling van studenten? Natuurlijk wel. Wat is er mis om een student mechatronica een keuzedeel dans te laten volgen, een student verpleegkunde een module Chinese taal en cultuur en een student onderwijsassistent het keuzedeel bierkennis. Zorg dat er ruimte is in elke opleiding om te werken aan persoonlijke ontplooiing. Op die manier snijdt het mes aan twee kanten: het mbo leidt op voor beroepen die cruciaal zijn om de samenleving leefbaar te houden en te ontwikkelen én aan de andere kant biedt het mbo ruimte voor persoonlijke ontwikkeling. Daarmee brengen we het individuele belang en het maatschappelijke belang weer in balans.

Kortom: optimale keuzevrijheid voor studenten in opleidingen die aantoonbaar maatschappelijk relevant zijn én waar keuzeruimte in zit voor persoonlijke ontwikkeling. Dat is mijn ideaal voor het (beroeps)onderwijs.

Rob Neutelings is bestuursvoorzitter van Curio. Hij schreef deze column op persoonlijke titel.