‘Als de economie aantrekt, is er op alle niveaus gewoon weer werk’, aldus Jan van Zijl in een groot interview in het Financieel Dagblad.
In het interview verzet Van Zijl, die binnenkort afscheid neemt als voorzitter van de MBO Raad, zich tegen het beeld dat mbo-beroepen uitsterven: ‘Ja, er gaan banen verloren door technische vernieuwingen, maar die zijn tot nu toe altijd opgevolgd door banengroei. Waarom zou dit nu niet zo zijn?’
Dynamiek
Van Zijl erkent dat ontwikkelingen op de arbeidsmarkt andere eisen stellen aan het mbo. Volgens Van Zijl is het de opdracht van het mbo om jonge mensen klaar te stomen voor de groeiende dynamiek op de arbeidsmarkt: ‘Mensen moeten leren te leren, en het draait minder om vakkennis dan om werknemersvaardigheden: communicatie, zelfstandigheid, leermotivatie, stressbestendigheid.’ Nog niet zo heel lang geleden werd hiervoor overigens de term ‘competentiegericht onderwijs’ (cgo) gebruikt.
Opvolger
Van Zijl heeft ook een tip voor zijn opvolger. Deze heeft volgens Van Zijl de dure plicht om in het middelbaar beroepsonderwijs de nadruk te verleggen van kennisoverdracht naar het opleiden van mensen voor het ondernemerschap en het zzp-schap. Juist daarvoor zijn de genoemde competenties cruciaal.
Hijgerig
In het interview uit Van Zijl ook zijn ergernis over de mediagevoeligheid van de Haagse politiek. Volgens Van Zijl, zelf Kamerlid in de periode 1989-2000, miskent politiek Den Haag de prestaties van het mbo. In zijn ogen debatteren politici vaak ‘nogal hijgerig’ op basis van achterhaalde clichés en onderbuikgevoelens over het mbo.