Bestuur in mbo beter, maar nog niet goed genoeg

Het bestuur in het mbo is beter op orde dan in het verleden. Maar er is ook nog ruimte voor verbetering, bijvoorbeeld op het terrein van medezeggenschap.

Die conclusie trekt de Monitoringscommissie die in opdracht van de MBO Raad onderzoekt in hoeverre de Branchecode goed bestuur in het mbo wordt nageleefd. De commissie is behoorlijk positief over de naleving van de sinds 2014 van kracht zijnde code: ‘Goed bestuur in het mbo is beter op orde en er is een stijgende lijn waar te nemen ten opzichte van eerdere evaluaties’, zo concludeert de commissie in haar rapport.

Medezeggenschap

Maar de commissie ziet zeker ook nog ruimte voor verbetering, met name ten aanzien van het functioneren van de medezeggenschap. Volgens de commissie is het belangrijk dat de Ondernemingsraad tijdig wordt betrokken bij de strategische beleidsontwikkeling. ‘Het alleen achteraf vragen van advies over een concept-beleidsplan is niet voldoende’, zo stelt de commissie. Het creëren van draagvlak bij de OR heeft recent nog aan belang gewonnen, nu de OR instemmingsrecht heeft gekregen bij de begroting.

Open deur

Volgens de commissie hebben sommige ondernemingsraden nog niet het gevoel dat zij als gelijkwaardige gesprekspartner worden gezien. Vaak doen bestuurders weinig met de inbreng van Ondernemingsraad of Studentenraad. De raden zijn over het algemeen wel positief over de mogelijkheden om met de bestuurders in gesprek te gaan: ‘De deur staat open’. Het is de bedoeling dat de Monitoringscommissie in 2018 met een meer uitgebreide evaluatie komt.

Lees ook: Instemmingsrecht OR bij jaarlijkse begroting