Internationalisering moet integraal onderdeel van het onderwijs op alle niveaus worden. Ook het mbo moet meer doen om ervoor te zorgen dat studenten ‘internationaal competent’ worden. Dat stelt de Onderwijsraad.
De werknemer van de toekomst moet kunnen opereren op een internationale arbeidsmarkt. De globaliserende wereld biedt grote kansen voor Nederland, maar de beroepsbevolking moet hier wel op voorbereid worden. Globalisering is niet alleen van belang voor een elite van hoogopgeleide werknemers, maar raakt iedereen. Het Nederlandse onderwijs moet dan ook alle jongeren voorbereiden op een maatschappij die globaliseert. Dit stelt de Onderwijsraad in het advies Internationaliseren met ambitie.
Meer inzet
Om ervoor te zorgen dat alle jongeren ‘internationaal competent’ worden is er vooral in het vmbo en het mbo meer inzet nodig. In het mbo is de internationale mobiliteit volgens de Onderwijsraad nog beperkt. Zo gingen er in 2014 slechts 3.591 docenten en studenten uit het mbo (op een totaal van 20.700 docenten en zo’n 475.000 studenten) naar het buitenland. Op dit moment is er in het mbo wel in het vak loopbaan en burgerschap aandacht voor verschillende culturen en culturele verscheidenheid. Ook krijgt het onderwerp aandacht in het kader van excellentietrajecten. Maar er is meer inzet nodig.
Tweetalig
Het middelbaar beroepsonderwijs kent nog nauwelijks tweetalige opleidingen, waardoor leerlingen uit tweetalig vmbo vaak niet kunnen doorstromen naar een vervolgopleiding waarin de opgebouwde Engelse taalvaardigheid tot haar recht komt.
Buitenlandreis
Volgens de Onderwijsraad is het goed dat mbo-studenten voor studie of stage een tijd in het buitenland verblijven, maar is dit niet voldoende: ‘Het is zaak dat het middelbaar beroepsonderwijs zich niet blind staart op het Europese streefcijfer van 6% uitgaande mobiliteit. Ook als dat streefcijfer gehaald wordt, blijft 94% van de studenten in het eigen land. Bovendien is het waarschijnlijk dat de mobiele 6% onevenwichtig over branches en niveaus verdeeld is. Ook de niet-mobiele meerderheid dient internationaal competent te worden en dat vergt integratie in het onderwijsprogramma.’
Lees hier het volledige advies.