Kwaliteitsimpuls voor opleiding via vakwedstrijden

Komend jaar kent de opzet van de vakwedstrijden CAD-tekenen enkele nieuwe elementen. Zo mag elke school met een dubbele bezetting naar de kwalificatieronde. De vernieuwingen zijn onderdeel van een pilot, waarin enkele werktuigbouwkunde-docenten hun opleidingen naar een hoger plan willen tillen.

CAD-tekenen is een van de belangrijkste vakken binnen de werktuigbouwkunde-opleidingen. Het vak vormt vanaf het eerste tot het laatste leerjaar de ruggengraat van het curriculum. Logisch dus dat een groepje docenten die de opleiding naar een hoger plan wil tillen zich specifiek op dit vak richt. De docenten – afkomstig van verschillende scholen – kenden elkaar al van de vakwedstrijd CAD-tekenen. Ze kwamen in het voorjaar van 2019 samen in Nijmegen. Het bleek de start van een ambitieuze kwaliteitsimpuls.

Concurrentie

‘De Nederlandse kampioenschappen CAD-tekenen waren dat jaar niet in de RAI, omdat de ruimte in Amsterdam te klein was’, vertelt Gert-Jan van den Berg, docent bij ROC Nijmegen. ‘De wedstrijd werd daarom bij ons gehouden. Er kwam hier een mooi clubje samen. We besloten toen onze krachten te bundelen en te kijken of we een gezamenlijk opleidingsprogramma konden opzetten. Dat was met name op initiatief van Ronald Schroevers. Zijn school, Scalda Vlissingen, is echt dé top als het gaat om CAD-tekenen. Het gros van de Nederlandse kampioenen komt daar vandaan. We beseffen dat we door van elkaar te leren het niveau van het CAD-tekenen in Nederland omhoog kunnen brengen. Immers: hoe beter je concurrentie, hoe beter jijzelf wordt. Hierdoor maken meer scholen kans om een kampioen af te leveren. Ik heb het zelf één keer mogen meemaken en weet hoe enorm trots je dan bent. Ik mocht met onze kampioen, Jelle Hendriks, zelfs naar WorldSkills in Abu Dhabi. Prachtig is dat. Dit gun ik elke school. Jelle is nu een van de juryleden. Ook al iets om trots op te zijn.’

Aanhaken

Binnen het clubje docenten zijn de rollen en taken verdeeld. ‘Zo zorg ik ervoor dat we regelmatig bijeenkomen – al dan niet virtueel’, vertelt Gert-Jan. ‘Ik bereid de vergaderingen voor en leg de afspraken vast. Verder probeer ik zoveel mogelijk docenten aan te laten haken. Ze kunnen dan meepraten en via Dropbox voorbeelden van lesmateriaal delen. Hoe meer docenten meedoen, hoe sterker het lesmateriaal, en daarmee ook de opleiding.’

Plannen

De afgelopen vijftien maanden hebben de docenten al aardig wat stappen kunnen zetten. Gert-Jan: ‘Zo hebben we bij WorldSkills Netherlands toestemming gekregen om via de vakwedstrijden een kwaliteitsimpuls aan onze opleidingen te geven. Hiervoor hebben Erik van der Zwan, algemeen directeur van WorldSkills Netherland, persoonlijk benaderd en hem onze plannen voorgelegd tijdens de kwalificatiewedstrijd op 30 januari 2020 bij het NOVA college in Beverwijk. We hebben hem onder meer verteld dat we een gezamenlijk opleidingsprogramma willen ontwikkelen. Verder gaan we de voorrondes en kwalificatieronde vervroegen en zelf de wedstrijdopdrachten maken. Op die manier hebben alle finalisten de tijd om met het zogeheten Inventor-tekenprogramma te oefenen. Veel scholen gebruiken in hun lessen een ander programma, waardoor de finalisten van deze scholen eigenlijk al op achterstand staan. Als zij veel gerichte trainingsuren kunnen draaien, behalen ze een hoger niveau. Daar geven we nu gehoor aan. Verder mogen van elke school voortaan twee studenten naar de kwalificatie. Die kunnen dan mooi met elkaar trainen, wat ook weer betere kandidaten oplevert. De beste drie van de kwalificatie gaan sowieso door naar de finale. Het kan dus zijn dat een school een duo mag afvaardigen naar de Nederlandse kampioenschappen. De overige vijf finalisten zijn de beste van vijf andere scholen.’

Uitzonderingen

‘We hebben onder meer met WorldSkills Netherlands afgesproken dat we de tekenopdrachten voor de voorrondes, de kwalificatie en de finale gaan verzorgen’, aldus Gert-Jan. ‘Daar zijn we nu al druk mee bezig. Onlangs kwam een collega nog met een mooie opdracht. Daar gaan we dan met z’n allen over in gesprek om te kijken of we die opdracht kunnen inpassen. Ook met WorldSkills stemmen we voortdurend af. We hebben bijvoorbeeld afgesproken dat we na de eerste wedstrijden van het schooljaar samen evalueren. We snappen heel goed dat WorldSkills Netherlands niet zit te wachten op allerlei uitzonderingen. Het moet niet zo zijn dat elke wedstrijd een eigen opzet krijgt. Maar wat we van plan zijn, kan ook goed werken voor andere opleidingen. Bijvoorbeeld die dubbele bezetting per school bij de kwalificatieronde. Vandaar dat we een jaar lang een pilot draaien. Blijkt zo’n aanpassing inderdaad meerwaarde te hebben, dan kan gekeken worden of het breder toegepast kan worden. Onze CAD-tekenaars zijn een soort vooruitgeschoven troepen.’