Het lerarenregister is van de docenten, maar moet vooral een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het onderwijs. Dat zei staatssecretaris Sander Dekker tijdens een debat over de voortgang van de lerarenagenda.
In een motie van de Kamerleden Karin Straus (VVD) en Loes Ypma (PvdA), ingediend tijdens de Begrotingsbehandeling, sprak de Tweede Kamer uit dat het lerarenregister ‘echt voor en door docenten’ moet zijn. Volgens de motie moeten werkgevers bij het register slechts een adviserende rol hebben. Verder wordt in de motie de wens uitgesproken dat het persoonlijk budget voor bijscholing alleen toegankelijk is voor docenten die staan ingeschreven in het lerarenregister. De motie werd met ruimte steun aangenomen, PVV en D66 stemden tegen.
Vakbond
Tijdens het jaarlijkse debat over de voortgang van de lerarenagenda betoogde staatssecretaris Sander Dekker dat het register er eerst en vooral voor de leerlingen is. Leerlingen en ouders moeten de garantie hebben dat de leraar die voor de klas staat bevoegd is en bovendien zijn of haar kennis voortdurend bijhoudt. Dekker ziet met het register grote kansen voor professionalisering van de beroepsgroep. Voordeel voor docenten is dat zij richting werkgevers tijd voor bijscholing kunnen claimen. Het register moet echt van de leraren zelf zijn. Leraren moeten volgens Dekker direct, en dus niet getrapt via een vakbond, invloed hebben op het register. Het gaat niet om een staatsregister, maar om een register van de beroepsgroep. Het is de bedoeling dat vanaf 2017 het lerarenregister wettelijk verplicht is.