Minister met docenten in gesprek over corona

Het nieuwe schooljaar is begonnen, maar van ‘terug naar normaal’ is ook op de mbo-scholen bepaald nog geen sprake. Nu de pandemie voortduurt, blijft het mbo voor een belangrijk deel aangewezen op afstandsonderwijs. Over de ervaringen ging minister Ingrid van Engelshoven in gesprek met een groep docenten.

De voortdurende coronacrisis zorgt ook bij mbo-docenten voor veel zorgen. Toen Marjolein Held, voorzitter van de beroepsvereniging van mbo-opleiders, deze zorgen deelde met minister Van Engelshoven, bood deze spontaan aan met docenten in gesprek te gaan over hun ervaringen. Op de videobijeenkomst zijn zo’n tien docenten, van mbo-scholen uit het hele land, aanwezig. Michael Matulessy, docent aan het Summa College (Eindhoven), geeft aan zich vooral zorgen te maken over de eerstejaars. Veel van de nieuwe studenten hebben sinds maart geen school meer gehad in het vmbo en hebben dus nog amper ervaring met afstandsonderwijs. Het is erg moeilijk om met deze studenten verbinding te maken. Gezina Trouw (Zadkine) bevestigt dit beeld: ‘Deze week hebben we al meerdere uitschrijvingen van eerstejaars gehad. Maar ook ouderejaars missen structuur.’

Extra vierkante meters

Minister Van Engelshoven begrijpt deze zorgen goed. Het kabinet heeft niets voor niets extra middelen vrijgemaakt om scholen in de gelegenheid te stellen achterstanden bij te spijkeren. Maar zolang het virus niet onder controle is, blijft naleving van de anderhalve maatregel noodzakelijk. Het goede nieuws is dat de scholen op dit moment niet een belangrijke besmettingshaard lijken te zijn. De besmettingen vinden vooral plaats achter de voordeur, in de huiselijke omgeving, en in de horeca. Een belangrijke opgave voor scholen is op dit moment, aldus de minister, extra vierkante meters te organiseren: ‘Wees creatief, maak bijvoorbeeld gebruik van leegstaande gebouwen. In Nijmegen geven scholen les in het concertgebouw en de schouwburg. In andere gemeenten worden sporthallen ingezet.’

Verschillen

Er blijken grote verschillen te zijn tussen de scholen. Niels Hebbink van het Graafschap College (Doetinchem) vertelt dat het door slim organiseren op zijn school mogelijk is om studenten 16 uur per week fysiek les te leven. Studenten waarderen zeer dat er een vorm van structuur is. Heel anders is de situatie bij Zadkine (Rotterdam), waar slechts met een bezettingsgraad van 20% kan worden gewerkt. Terwijl Petra de Jong vertelt dat het Albeda College (ook Rotterdam) een bezettingsgraad van 50% hanteert. Minister Van Engelshoven begrijpt dat er verschillen zijn: ‘Het ligt onder andere aan de gebouwen. Maar het is ook goed om onderling goede voorbeelden uit te wisselen. Scholen kunnen vast van elkaar leren. Als de beperkingen in het openbaar vervoer het probleem zijn kan ik met mijn collega van Verkeer en Waterstaat aanvullende afspraken maken over het gebruik van het OV.’

Onderwijsuren

Giel Kessels (Summa College) vraagt aandacht voor de eisen rond begeleide onderwijstijd. Bij het digitaal lesgeven is het moeilijk aan die eisen te voldoen, omdat afstandsonderwijs veel meer voorbereidingstijd vraagt. ‘Kunnen de eisen rond begeleide onderwijstijd niet worden vervangen door een inspanningsverplichting?’ Minister Van Engelshoven verwijst hiervoor naar het Servicedocument, waarin beschreven is dat de eisen rond onderwijstijd ruimer geïnterpreteerd mogen worden en zegt hiervan te willen leren voor de toekomst. ‘Maar hoe gaat het met jullie?’, vraagt de minister aan het eind van het gesprek. Met de meeste aanwezigen gaat het naar omstandigheden best goed. Wel voelen veel docenten zich tekort schieten, ze willen graag meer fysiek les geven. ‘Het is hard werken, we zijn allemaal aan het leren en we moeten voortdurend aanpassen. Gelukkig biedt het werken in een team veel ondersteuning.’

‘Petje af!’

En dan is het voor de minister alweer tijd om een lange dag naar de Algemene Politieke Beschouwingen te gaan luisteren. ‘Petje af voor jullie inzet’, zo sluit de minister af. ‘Hou vol en ik spreek jullie graag over een paar weken weer!’

Op korte termijn organiseert de beroepsvereniging van mbo-opleiders een vervolgbijeenkomst. Nadere informatie is te verkrijgen via bvmbo.nl