Ministerie verzamelt mogelijke bezuinigingen beroepsonderwijs

Als voorbereiding op een nieuwe kabinetsformatie heeft het ministerie van Financiën mogelijke bezuinigingen op het mbo op een rij gezet. De totale bezuiniging zou kunnen oplopen tot 1 miljard per jaar.

De zogenaamde ‘ombuigingslijst’ is een technische operatie vanuit het ministerie van Financiën. Het ministerie zet hierbij op een rij wat er per beleidsterrein mogelijk is aan bezuinigingen. Op het beleidsterrein mbo ziet het ministerie flink wat mogelijke besparingen. De grootste bezuiniging zou het kabinet kunnen bereiken door meer studenten op te leiden via de bbl. Een bbl-opleiding is voor het Rijk veel goedkoper dan een voltijdse bol-opleiding. Door het aantal bol-opleidingen te halveren en deze te vervangen door bbl-opleidingen, zou meer dan 350 miljoen euro per jaar bespaard kunnen worden. Deze optie is overigens weinig realistisch: bbl-leerplekken zijn eigenlijk banen en hiervoor zijn werkgevers nodig. Het document vermeldt dat niet is onderzocht of de benodigde leerwerkplekken er daadwerkelijk zijn.

Prijzen bbl-student

Een meer realistische optie is het aanpassen van de bekostiging van bbl-studenten. Nu ontvangen mbo-scholen voor een bbl-student nog ongeveer de helft van de bekostiging van die van een voltijds student, terwijl de school maar ongeveer een derde van de onderwijstijd verzorgt. Door de bekostiging te verlagen naar bijvoorbeeld veertig procent kan zo’n 100 miljoen per jaar bespaard worden. Een flinke besparing is ook mogelijk door het aantal stage-uren per opleiding te verhogen ten koste van het aantal onderwijsuren. Hiermee zou een bezuiniging van zo’n 160 miljoen per jaar mogelijk zijn. Ook het afschaffen van de subsidie praktijkleren komt weer om de hoek kijken. Het beëindigen van deze subsidiemogelijkheid bij bbl-leerbanen kan ruim 200 miljoen per jaar opleveren.

Werkagenda

Tot de mogelijke besparingen behoren verder het terugdraaien van een groot aantal investeringen die minister Dijkgraaf het afgelopen half jaar juist met de mbo-sector heeft afgesproken. Het gaat bijvoorbeeld over de extra middelen voor de opleidingen op niveau 2 (150 miljoen), de subsidie voor LOB-activiteiten (30 miljoen), die voor practoraten (25 miljoen), die voor het Regionale Investeringsfonds (RIF) en voor professionalisering van docenten (30 miljoen). Bij dit soort bezuinigingen zou het kabinet de Werkagenda mbo moeten openbreken, hetgeen weinig realistisch is.

Salarismix

Bij de lange lijst van mogelijke bezuinigingen is ook opgenomen de optie om de extra middelen voor het verbeteren van de salarismix onder mbo-docenten af te schaffen. Deze middelen zijn bedoeld om meer mbo-docenten te kunnen laten doorstromen naar hogere salarisschalen. Het gaat in totaal om zo’n 140 miljoen euro per jaar. Ook voor deze bezuiniging zou de Werkagenda moeten worden opengebroken.

1 miljard

De lijst van mogelijke maatregelen leidt tot een totale potentiële bezuiniging van meer dan 1 miljard euro. Het ministerie van Financiën benadrukt dat de lijst een technische operatie is, waarbij geen oordeel wordt uitgesproken over de wenselijkheid van mogelijke maatregelen. Als een nieuw kabinet zou moeten bezuinigen, biedt de ombuigingslijst hiervoor de mogelijkheden.

Bekijk hier de totale ombuigingslijst