Op 1 augustus 2016 zijn de eisen ten aanzien van kritische denkvaardigheden in het Examen- en kwalificatiebesluit aangescherpt. Naar aanleiding hiervan heeft ecbo verkend hoe het kritisch denken van studenten gestimuleerd kan worden. Een handreiking voor docenten is in de maak.
Bij kritische denkvaardigheden gaat het onder meer om het voeren van een dialoog over complexe thema’s en het reflecteren op de eigen loopbaan. Het Examen- en kwalificatiebesluit benoemt drie aspecten van kritisch denken:
• Informatie(bronnen) op waarde weten te schatten; daarbij het onderscheid kunnen maken tussen argumenten, beweringen, feiten en aannames.
• Het perspectief van een ander kunnen innemen.
• Kunnen nadenken over hoe eigen opvattingen, beslissingen en handelingen tot stand komen.
Verkenning
Met de aanscherping van de eisen wordt er nogal wat van de jongeren verwacht. Relevante vraag is dus hoe het staat met hun kritische denkvaardigheden. Nemen jongeren van nu klakkeloos dingen over? Vormen zij ongefundeerd een mening? Of denken zij toch kritisch? Om antwoorden op deze vragen te krijgen, starten ecbo en de Universiteit Utrecht een verkenning. Daarbij kregen 35 mbo-studenten (niveau 2) ieder vier casussen voorgelegd: over vluchtelingen, homoseksualiteit, orgaandonatie en de wettelijke alcoholleeftijd. Daarna kregen zij de vraag: ‘Wat vind jij hiervan?’
Dichtbij
Vorige week verscheen een verslag van de verkenning: Kritisch denken van mbo-niveau 2- studenten over sociaalmaatschappelijke thema’s. Daaruit komt allereerst naar voren dat als onderwerpen verder weg staan, jongeren het lastiger vinden om er kritisch over na te denken. Over onderwerpen in hun eigen leefwereld, zoals de wettelijke alcoholleeftijd, vormen jongeren eerder een mening op basis van feiten en eigen ervaringen. Informatie of een persoonlijke ervaring met een onderwerp kan jongeren helpen om er kritisch over te kunnen denken.
Feiten, meningen, normen, waarden
Informatie beoordelen deden de jongeren weinig tijdens de interviews; wel stonden ze meestal open voor andere perspectieven dan hun eigen mening. ‘Ik heb er niks op tegen, maar sommigen vinden het raar’ is daarbij een typerend citaat. Jongeren gebruiken verschillende soorten argumenten voor verschillende onderwerpen. Een mening over de wettelijke alcoholleeftijd is vaker gebaseerd op feiten; een mening over homoseksualiteit is vaker gevormd op basis van normen, waarden of universele principes zoals ‘iedereen is gelijk’.
Empathisch denken
De verkenning gaat ook in op de vraag in hoeverre jongeren kritischer gaan denken als het empathisch vermogen geprikkeld wordt. Jongeren die tijdens de interviews een ‘empathische prikkel’ kregen (bijvoorbeeld een emotioneel geladen foto), reageerden met sterkere emoties. Dit leidde er echter niet direct toe dat zij ook kritischer gingen denken. Daarvoor lijkt een combinatie met pedagogische begeleiding nodig. Een docent kan bijvoorbeeld coachen om meer argumenten te geven of daadwerkelijk te argumenteren vanuit het andere perspectief.
Langer denken
Bij de verkenning werd in sommige gevallen de metacognitie (denken over denken) van jongeren geprikkeld om te kijken of zij daardoor kritischer gingen denken. In dat geval kregen jongeren hulpvragen om hen te begeleiden bij het kritisch denken (bijvoorbeeld: wat weet je er al over, waarom zou je oplossing goed werken en waarom niet?). Door deze hulpvragen te stellen, gingen jongeren langer nadenken en kwamen zij tot meer argumenten. Het was nog wel de uitdaging om deze te integreren in hun eindoordeel.
Handreiking voor docenten
Om docenten en scholen een steun in de rug te geven, heeft de MBO Raad aan CINOP/ecbo de opdracht gegeven een Handreiking kritische denkvaardigheden samen te stellen met daarin:
• een beschrijving/definitie van kritische denkvaardigheden;
• tips om in de les aan de slag te gaan met kritische denkvaardigheden;
• interessante en mogelijk bruikbare voorbeelden uit de praktijk.
De handreiking is vanaf half oktober te vinden op de website van het Netwerk burgerschap mbo. De bijbehorende brochure wordt gepresenteerd op 14 oktober tijdens de eerste landelijke studiedag van het netwerk.