De kritiek op de versoepeling van de urennorm neemt toe. Net als een deel van de Tweede Kamer maakt de organisatie ‘Ouders & Onderwijs’ zich zorgen over de kwaliteit van het onderwijs. De organisatie roept de Kamer dan ook op niet in te stemmen met de aanpassing van de urennorm.
Het wetsvoorstel ‘Verbetering aansluiting beroepsonderwijs arbeidsmarkt’ (Vaba) geeft scholen meer ruimte om flexibel om te gaan met het aantal lesuren dat zij aanbieden. Op dit moment zijn scholen verplicht per minimaal zeshonderd uur ‘begeleide onderwijstijd’ te bieden. Dit gaat om onderwijs waarbij een docent aanwezig is om ofwel les te geven of studenten te begeleiden bij opdrachten. Veel mbo-docenten voelen zich door deze urennorm bekneld in hun vrijheid om optimaal les te geven. In hun ogen hebben veel mbo-studenten vooral behoefte aan praktische ervaringen en minder aan klassikale lesuren.
Onderwijskwaliteit
Om die reden heeft het ministerie van Onderwijs in het wetsvoorstel de urennorm verlaagd naar vijfhonderd per studiejaar. De meeste docenten verwelkomen deze versoepeling. In de Tweede Kamer zijn echter ook zal zorgen geuit over het voorstel. Met name het Kamerlid Soepboer (Nieuw Sociaal Contract) is bang dat de onderwijskwaliteit hieronder lijdt. ‘Begeleiding door bekwaam onderwijspersoneel is essentieel voor de kwaliteit van onderwijs’, zo stelde hij onlangs in een Kamerdebat.
Ouders
De stichting ‘Ouders & Onderwijs’ sluit zich nu aan bij de kritiek van Soepboer. De organisatie maakt zich net als Soepboer zorgen over de kwaliteit van het onderwijs. Meer onderwijstijd zal ingevuld worden door activiteiten waarbij geen docenten aanwezig zijn. Het grote gevaar hiervan, aldus Ouders & Onderwijs, is dat studenten minder les krijgen en de kwaliteit van het onderwijs daalt.
Wij willen les
Ouders & Onderwijs roept in herinnering waarom de urennorm in 2011 is ingevoerd. Dit was naar aanleiding van protesten van mbo-studenten die van mening waren dat ze te weinig les kregen. De invoering van ‘competentiegericht onderwijs’ zorgde ervoor dat bij veel opleidingen nog amper sprake was van een lesrooster. ‘Wij willen les’, was de noodkreet van studenten. In reactie hierop is toen de urennorm ingesteld. Volgens deze norm bevat een onderwijsprogramma zo’n duizend lesuren per jaar, waarvan zeshonderd ‘begeleide onderwijstijd’.
Flinterdun
Volgens Ouders & Onderwijs zijn de argumenten van het ministerie voor de versoepeling van de norm ‘flinterdun’. Het ministerie verwijst naar ‘signalen’ die zijn binnengekomen tijdens bijeenkomsten. Erger nog vindt de ouderorganisatie het dat het ministerie niet duidelijk maakt hoe voorkomen kan worden dat het onderwijs opnieuw, net als vijftien jaar geleden, te lijden krijgt onder een gebrek aan begeleiding door bevoegde docenten. Ouders & Onderwijs vraagt daarom in de brief aan de Kamerleden om niet in te stemmen met de versoepeling van de urennorm.
Lees hier de brief van Ouders & Onderwijs
Lees ook: Versoepeling urennorm: NSC vreest voor kwaliteit onderwijs