In een open brief pleit Ton Heerts, voorzitter van de MBO Raad, voor meer waardering voor het mbo. De hoge kwaliteit van het mbo komt volgens hem vooral tot stand door de inzet van bekwame docenten en instructeurs.
Heerts schrijft de brief naar aanleiding van een kritisch opinieartikel in de Volkskrant van donderdag 25 oktober. In dat artikel betoogt de filosoof Martin Slagter dat het kernprobleem van het mbo zit in een gebrek aan bevoegde docenten. In geen enkele andere onderwijssector staan volgens Slagter zoveel onbevoegde docenten voor de klas als in het mbo. Hij spreekt over ‘vakinhoudelijk hobbyisme’, dat mbo-studenten schromelijk tekort doet. Volgens Slagter heeft het geen zin om te investeren in het imago van het mbo, zolang er niet geïnvesteerd wordt in goed opgeleide docenten.
Aantoonbaar goede kwaliteit
Volgens Heerts slaat Slagter de plank mis. Hij begrijpt niet dat het mbo wezenlijk anders is dan algemeen vormend onderwijs: ‘Mensen, laten we daar nu eens mee ophouden. Ons mbo is beroepsonderwijs, van aantoonbaar goede kwaliteit, en internationaal zeer hoog aangeschreven. We leiden jongeren op voor een beroep, voor succesvol deelnemen aan onze samenleving en voor een leven lang ontwikkelen. We leveren goede vakmensen af, waar het bedrijfsleven aantoonbaar tevreden over is. We bieden een werkomgeving waar werknemers aantoonbaar tevreden over zijn. En onze studenten zijn aantoonbaar tevreden over hun school- en leeromgeving.’
Bekwame docenten
Volgens Heerts sluit hij de ogen niet voor verbeterpunten: suggesties die hout snijden zijn dan ook meer dan welkom. Maar hoofdzaak is volgens Heerts dat er alle reden is om trots te zijn op het mbo. De hoge kwaliteit van het mbo komt volgens Heerts onder meer tot stand door de inzet van ‘al die bekwame docenten en instructeurs die elke dag weer hun kennis en kunde delen met bijna 500.000 mbo-studenten.’
Lees hier de open brief van Heerts.