Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober zijn bijna geen kandidaten verkiesbaar die een mbo-opleiding hebben gevolgd. Alleen op de lijsten van de PVV, de BBB en JA21 staan praktisch opgeleiden op een verkiesbare plaats.
Dat blijkt uit een ínventarisatie van RTL Nieuws. Volgens deze telling komen in de nieuwe Tweede Kamer slechts negen leden die als hoogste opleiding een mbo-studie hebben gevolgd. Het gaat om vijf kandidaten van de PVV, twee van BBB en twee van JA 21. Er staan ook nog zes ‘stapelaars’ op verkiesbare plaatsen: kandidaten die na een mbo-opleiding nog een studie in het hoger onderwijs volgden. Hierbij gaat het om twee kandidaten van de PVV, twee van het CDA en één van zowel GroenLinks/PvdA als D66.
Problematisch
Volgens Bram Eidhof van de Stichting voor Democratie is de ondervertegenwoordiging van mbo-opgeleiden problematisch. Hij wijst erop dat zo’n zestig procent van de Nederlanders een praktische opleiding heeft gevolgd. Het percentage praktisch opgeleiden in de Tweede Kamer ligt slechts rond de tien procent. Volgens Eidhof voelt een groot deel van de kiezers zich hierdoor niet goed vertegenwoordigd: ‘Op dit moment worden bijna alle besluiten genomen door mensen met een wetenschappelijke opleiding. En zij volgen daarbij niet altijd de voorkeur van de praktisch opgeleiden.’
Diplomademocratie
Het is niet de eerste keer dat de ondervertegenwoordiging van praktisch opgeleiden in de politiek wordt geconstateerd. Al in 2010 schreven Anchrit Wille en Mark Bovens het boek ‘Diplomademocratie’. Zij constateerden hierin dat theoretisch opgeleiden vrijwel alle belangrijke politieke en maatschappelijke functies domineren. Opleiding is daarbij de belangrijkste scheidslijn in de Nederlandse samenleving. Een conclusie die onlangs ook werd getrokken door Karim Amghar in zijn boek over het mbo.
Bekijk hier het bericht van RTL Nieuws
Lees ook: Karim Amghar: ‘Het mbo heeft last van diepe kloof in de samenleving’