Het is herfst en de onderhandelingen voor een nieuwe cao in het mbo zijn gestart. Als het aan de vakbonden ligt moet de werkdruk van docenten omlaag en moet het salaris omhoog.
Afgelopen woensdag hebben de AOb, CNV Onderwijs, FNV Overheid en UnieNFTO hun gezamenlijke inzet voor de nieuwe cao overhandigd aan de werkgevers. De vakbonden laten willen ‘open en reëel overleg’ voeren om te komen tot een cao op korte termijn – voor 2018 – met daarin afspraken voor de lange termijn.
Hoger salaris
Een van de onderwerpen waarop de vakbonden inzetten, is een stijging van de salarissen van de docenten. De vakbonden willen een jaarlijkse loonstijging (gedurende vier jaar) van 1,25%, bovenop de reeds voorziene stijging van 2,2%. Voor 2018 komt dit dus neer op een looneis van ongeveer 3,5%. Docentensalarissen raken steeds verder achterop ten opzichte van hbo-functies in andere sectoren in Nederland, stellen de vakbonden. ‘Het loon van het mbo-personeel moet echt omhoog’, aldus AOb-bestuurder Tamar van Gelder in een interview. ‘Zeker als we te maken krijgen met lerarentekorten op termijn.’
Minder werkdruk
Een ander heikel onderwerp is de werkdruk. De vakbonden willen afspraken over werkdrukverlichting: het doel voor de lange termijn is 20 procent lesreductie. In het interview zegt Van Gelder: ‘Willen we de hoge kwaliteit van het mbo op peil houden, dan moet er nu geïnvesteerd worden in maatregelen tegen werkdruk. Er moet ruimte en tijd komen voor innovatie, ontwikkeling en waardering van het personeel. Nu komen cruciale taken in de verdrukking. Het gaat dan bijvoorbeeld om examinering, het bedenken van nieuwe lessen, stagebegeleiding en loopbaanbegeleiding. Maar ook het onderhouden van contacten met het bedrijfsleven komt nu in de verdrukking, terwijl dat heel belangrijk is voor het beroepsonderwijs.’ Om het terugbrengen van het aantal uren les te realiseren, moet er volgens de AOb-bestuuder ‘extra financiering komen en dan kost het vervolgens tijd om het in te voeren. Maar we moeten met deze nieuwe cao wel een eerste stap richting een verlaging van het maximum lesuren zetten.’
Startende docent
In de cao-inzet hebben de onderhandelaars speciaal oog voor startende docenten. ‘Zij moeten behouden blijven voor de sector’, zegt Van Gelder. ‘Beginnende docenten zouden daarom in de eerste twee jaar van hun carrière minder lessen moeten geven. Deze groep heeft het extra zwaar en haakt vaak af vanwege de enorme werkdruk. De vrijgevallen uren moeten daarom niet ingevuld worden met andere taken.’ Bovendien wil de bond dat de starters allemaal een coach krijgen bij wie ze met vragen terechtkunnen. De onderhandelaars willen ook dat het doorstromen van docenten en andere medewerkers in het mbo naar hogere salarisschalen, de functiemix, op elke mbo-instelling gerealiseerd wordt. ‘Nu blijven deze ambities steeds achterlopen’, zegt Van Gelder. ‘Dat moet echt anders als we goede carrièreperspectieven willen behouden.’
De cao-inzet van de vakbonden kun je via deze link lezen.
Lees ook: AOb: extra geld nodig voor mbo