Steun voor rekenplannen mbo, kritiek op rekentoets vo

Een meerderheid van de Tweede Kamer wil geen nieuwe rekentoets voor het voortgezet onderwijs. De voorstellen voor het mbo kunnen wel op een meerderheid rekenen.

Het debat over de toekomst van het rekenonderwijs richtte zich met name op de gevolgen voor het voortgezet onderwijs. Een Kamermeerderheid, onder aanvoering van het duo Van Meenen/Rog ziet niets in het voorstel van minister Slob om opnieuw een aparte rekentoets in het voortgezet onderwijs in te voeren. Met een merkwaardige redenering betoogde Van Meenen dat de energie moet gaan naar ‘goed rekenonderwijs’ en niet naar toetsen. Minister Slob was zichtbaar geïrriteerd door de opstelling van D66 en CDA. Hij kwalificeerde de houding van de Tweede Kamer als ‘jojo-beleid’. Het door Van Meenen geschetste onderscheid tussen goed onderwijs en toetsen noemde hij een ‘schijntegenstelling’.

MBO
Bijzonder was dat de plannen voor het mbo wel brede steun kregen vanuit de Kamer. Dat betekent dat vanaf komend studiejaar (2019/2020) alle mbo-studenten het rekenexamen moeten doen. Scholen krijgen de mogelijkheid om zelf een passend rekenexamen te maken. Studenten die een mbo-diploma willen behalen, moeten minimaal een 4 halen voor het rekenexamen. De verplichting het rekenexamen te doen geldt niet voor studenten die al in 2020 hun diploma behalen.

Voortzetting debat
Het hoogoplopende debat over de rekentoets in het voortgezet onderwijs wordt binnenkort voortgezet. Op verzoek van enkele Kamerleden komt minister Slob nog deze week met een aanvullende brief. De mbo-scholen hoeven niet af te wachten wat het vervolg van het debat oplevert. Over de rekenvoorstellen voor het mbo hoeft de Tweede Kamer niet te stemmen, er is namelijk geen sprake van een wetswijziging. Het invoeren van het nieuwe rekenplan in het mbo kan het kabinet doen zonder expliciete stemming door de Kamer.