Een Kamermeerderheid kiest, tegen de wens van het kabinet, voor het onmiddellijk afschaffen van het rekenexamen in het voortgezet onderwijs. De consequenties voor het mbo zijn onduidelijk.
Bij een vervolgdebat op dinsdag 29 januari dienden de Kamerleden Van Meenen (D66) en Rog (CDA) twee moties in. In de moties wordt het kabinet opgeroepen het alternatief van de vereniging van wiskundeleraren, ‘Een nieuw perspectief op rekenen’, over te nemen. Dat betekent dat scholen onmiddellijk moeten stoppen met een aparte rekentoets in het voortgezet onderwijs.
Alternatief
In het alternatief van de vereniging van wiskundeleraren wordt het rekenonderwijs geïntegreerd in het vak wiskunde. Alle leerlingen zullen volgens dit plan straks verplicht een vorm van wiskunde moeten volgen. Minister Slob kan zich vinden in dit alternatief, maar ziet een probleem bij de leerlingen die op dit moment geen wiskunde in hun pakket hebben. Dit is het geval bij zo’n 20.000 leerlingen (vmbo en havo). Deze leerlingen zouden in het voorstel van de Kamer, waarbij de rekentoets per direct wordt afgeschaft, zonder vorm van rekenexamen het voortgezet onderwijs verlaten.
Consequenties voor mbo
Als het voorstel van Van Meenen en Rog volgende week dinsdag (5 februari) wordt aangenomen – en daar lijkt het sterk op – heeft dat volgens minister Slob gevolgen voor het mbo. Omdat het rekenniveau van vo-leerlingen onduidelijk is, is het voor het mbo lastig om te voldoen aan de wettelijke ‘onderhoudsplicht’. Mbo-scholen zouden dan zelfs toelatingsexamens kunnen gaan doen, om zich ervan te verzekeren dat instromende studenten voldoende rekenvaardigheden bezitten. Want een meerderheid van de Tweede Kamer is wel voorstander van een verplichte rekentoets in het mbo, waarbij deze zoveel mogelijk ‘beroepsgericht’ moet zijn.
Lees de brief van minister Slob over de alternatieven voor de rekentoets
Lees ook: Steun voor rekenplannen mbo, kritiek op rekentoets vo