Jongeren die over de praktische vaardigheden beschikken om de arbeidsmarkt te betreden, maar niet voldoen aan taal- en rekeneisen, moeten toch een mbo-diploma kunnen krijgen.
Een motie van die strekking is aangenomen door de Tweede Kamer. De motie, met als eerste indiener Tanja Jadnanansing (PvdA), verzoekt de regering te verkennen op welke manier deze jongeren toch een diploma kunnen behalen.
Arbeidsmarktdiploma
De motie vraagt de regering om te onderzoeken of het mogelijk is een onderscheid te maken tussen een doorstroomdiploma en een arbeidsmarktdiploma. Voor het laatste diploma zouden dan de taal- en rekeneisen minder streng moeten zijn. Al eerder gaf minister Jet Bussemaker aan deze opties te willen onderzoeken, waarbij ze wel waarschuwde dat ‘het bouwwerk van referentieniveaus niet mag gaan schuiven.’
Instemmingsrecht bij fusie
Een motie die de regering oproept een voorstel uit te werken voor een wettelijk instemmingsrecht bij fusies voor medezeggenschapsraden (ingediend door Paul van Meenen, D66) kon eveneens op een meerderheid rekenen. Dat gold niet voor de motie van Jasper van Dijk (SP) die de regering opriep om bij de uitwerking van de kwaliteitsafspraken in het mbo het onderdeel ‘studiesucces’ niet op te nemen.