Zaterdag 4 oktober wordt bekend wie zich ‘mbo-leraar van het Jaar 2014’ mag noemen. MBO-Today sprak met één van de kanshebbers: Judith Peinemann, docent Pedagogiek en Burgerschap bij het ROC van Twente.
De nominatie kwam voor Judith als een verrassing: ‘In april kreeg ik een telefoontje van de organisatie dat ik bij de laatste tien zat. Toen kwam ik erachter dat mijn leerlingen mij hadden opgegeven.’
Eigen initiatief
Waarom de leerlingen haar de titel gunnen blijkt wel uit haar manier van lesgeven. Eigen initiatief en verantwoordelijk kenmerken haar stijl: ‘Ik probeer zoveel mogelijk werkvormen te gebruiken waarvoor studenten zelf het initiatief hebben genomen. Dat betekent in de praktijk vooral dingen doen. Op deze manier raken ze betrokken bij hun eigen leerproces, waardoor het leerrendement hoger wordt.’
Luisteren
Luisteren naar de wensen van leerlingen vormt een belangrijk aspect van het docentschap voor Peinemann, maar tegelijkertijd wil ze haar studenten ook verantwoordelijk maken voor het eigen leerproces. ‘Heeft een leerling bijvoorbeeld zijn boeken niet bij, dan stuur ik hem niet de les uit, omdat ik vind dat een leerling daar geen verantwoordelijkheidsbesef mee opdoet. In plaats daarvan geef ik hem tijdens de les een extra beurt, zodat hij beseft dat het hebben van een boek essentieel is om de les fatsoenlijk bij te wonen. Zo ondervindt hij zelf wat de consequenties zijn van zijn daden.’
In het zonnetje
Op de vraag wat een docent volgens haar ‘mbo-leraar van het jaar’ maakt, antwoordt ze resoluut: ‘De mbo-leraar van het jaar moet zich hard maken voor de maatschappelijke meerwaarde die mbo’ers hebben. Mbo’ers zijn heel belangrijk in de maatschappij, het zijn echte vakmensen, maar dit wordt vaak niet gezien. In plaats daarvan gaat veel aandacht naar het hbo. Als je hbo doet ben je goed bezig, maar het mbo is minderwaardig. Maar waar zouden we zijn zonder mbo’ers? Daarbij gaat het er vooral om dat je kijkt naar de talenten van mbo’ers en met anderen gaat kijken hoe je deze talenten nog meer tot bloei kunt laten komen.’ Een duidelijk statement waar Peinemann zich voor gaat inzetten, mocht ze verkozen worden tot ‘mbo-docent van het jaar 2014’.
Zorgen
Maar dat is niet het enige. ‘Ik zou ook graag met de minister van Onderwijs in gesprek willen gaan, omdat ik erg benieuwd ben hoe bepaalde ontwikkelingen in het onderwijs tot stand komen. Neem bijvoorbeeld de 1.000-urennorm waarbij leerlingen worden verplicht meer in de schoolbanken plaats te nemen en minder praktijkervaring op te doen. Ik maak me zorgen over de motivatie van de mbo-student, als ze meer in de schoolbanken zitten en minder in de praktijk werken. Maar door juist meer inzicht te krijgen in de aanleiding voor zo’n maatregel, kan er ook bij docenten meer begrip en welwillendheid ontstaan om zo’n maatregel uit te voeren.’
Kijk ook op deze link.