Professionalisering van docenten is een thema dat leeft. Maar hoe geef je dit nu het beste vorm? Hoogleraar Joseph Kessels stelt tijdens MBO City dat professionalisering veel soepeler gaat als het voortkomt uit de intrinsieke motivatie van de docent zelf. ‘Dwingen heeft geen zin.’
Docenten zijn de cruciale factor in de kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Dat blijkt telkens weer uit onderzoek, zo stelt hoogleraar Joseph Kessels. Er wordt dan ook veel geïnvesteerd in opleiding en ontwikkeling: docenten moeten een bijscholingscursus volgen en ze moeten werken aan hun eigen professionalisering. Maar, zo vraagt Kessels zich af: is dat wel de juiste manier? ‘Worden docenten blij van zo’n generieke bijscholingscursus? Of gaan ze gedwee op cursus en vergeten ze het geleerde zodra dat ook maar enigszins mogelijk is?’
Spanningsveld
Volgens Kessels ligt aan deze vragen het ‘dilemma van de professionele ruimte’ ten grondslag. ‘Kennisontwikkeling vereist bijvoorbeeld nieuwsgierigheid, passie en autonomie. Terwijl performanceverbetering juist baat heeft bij prestatieafspraken, gehoorzaamheid en kwaliteitscontrole. Dit spanningsveld tussen bevlogenheid en prestatiedruk kan professionalisering behoorlijk in de weg zitten. Als je iemand dwingt om een cursus te volgen waar hij zelf het nut niet van inziet, gooi je je eigen glazen in.’
Leiderschap
Kessels ziet de oplossing voor dit spanningsveld in gedeeld leiderschap. ‘Docenten zouden in specifieke situaties invloed moeten kunnen uitoefenen op basis van hun specifieke expertise en ervaring. Ze zouden dus als het ware leiderschap rondom een bepaald thema moeten claimen. Het gaat hierbij om thema’s waar ze inhoudelijk goed inzitten of die hen na aan het hart liggen. Het is gewoon belangrijk dat docenten zelf de leiding nemen als het om hun eigen professionalisering gaat. Dat is dé voorwaarde om beter te worden in je vak.’