Gisteren is in Groningen, Leeuwarden, Leiden, Rotterdam en Utrecht de introductieweek gestart. Eerstejaars kunnen hun stad, hun opleiding en elkaar beter leren kennen. Dit jaar zie je tussen de groepjes ook mbo-studenten. Althans: in Utrecht. In de overige steden is het nog als vanouds een feestje van het hbo en het wo.
Dat Utrecht de primeur heeft, is niet vreemd. De stad onderstreept het belang van het mbo voor onze samenleving met een stevige mbo-agenda en zelfs een eigen wethouder. Enkele maanden geleden was Utrecht nog gastheer van Skills The Finals, de Nederlandse kampioenschappen voor het (v)mbo. Utrecht is ook de stad waarin in juni een mbo-student de toegang tot een kroeg geweigerd werd vanwege haar opleidingsniveau. Er is nog een duidelijke kloof tussen hbo- en wo-studenten enerzijds en mbo-studenten anderzijds. Mbo’ers heten weliswaar sinds 2020 ‘studenten’ – voorheen werden de termen ‘leerlingen’ of ‘deelnemers’ gehanteerd – maar zij hebben nog lang niet dezelfde rechten en mogelijkheden als studenten die een hbo-opleiding of universitaire studie volgen.
Historisch moment
De toegangsweigering is ‘een teken dat er nog een hoop moet veranderen’, vertelt Adam Thorpe van MBO-sr030 tegen RTL Nieuws. En dus nam deze mbo-studentenraad in Utrecht het initiatief voor een pilot: 200 van de 4.000 plekken zijn dit jaar tijdens de UIT-week gereserveerd voor mbo-studenten. Storm liep het niet: 26 mbo’ers meldden zich aan . Toch is het een historisch moment. De organisatie had een voorzichtige start al voorzien. De 200 plekken waren vooral een limiet. De hoop is dat er volgend jaar minimaal honderd mbo’ers meedoen. ‘Dit is heel belangrijk, want er is een te grote kloof tussen het hbo, wo en het mbo’, vertelt Adam. ‘De UIT-week is echt het begin van het studentenleven, dus zorgen wij ervoor dat mbo’ers hieraan mee kunnen doen, zo het studentenleven ingaan en meer geaccepteerd worden.’