Om scholen te helpen stagediscriminatie aan te pakken heeft het ministerie van Onderwijs een ‘toolbox aanpak stagediscriminatie’ ontwikkeld. Die toolbox voorziet in een behoefte, zo bleek tijdens het Stagepact Event.
Het aanpakken van stagediscriminatie is een van de hoofdpunten van het stagepact dat minister Robbert Dijkgraaf onlangs sloot met scholen, leerbedrijven en andere partners. Volgens dit pact hebben mbo-scholen de taak om regionaal afspraken te maken over het uitbannen van stagediscriminatie. Belangrijke partners bij deze afspraken zijn regionale werkgevers en lokale overheden.
Stagepact Event
Tijdens het Stagepact Event dat het ministerie van Onderwijs bij MBO Utrecht organiseerde bleek dat veel scholen nog worstelen met de uitvoering van deze taak. Hoe organiseer je regionale afspraken over stagediscriminatie? Hoe betrek je het regionale bedrijfsleven? In de toolbox die het ministerie van Onderwijs heeft laten ontwikkelen, komen al deze vragen aan de orde.
Zeven taken
Scholen hebben volgens de handreiking zeven taken. Zo moeten scholen een integraal beleid tegen stagediscriminatie ontwikkelen. Ook moeten zij een heldere meldingsprocedure inrichten en moeten zij hun medewerkers trainen in de omgang met discriminatie. Tot de taken behoort ook het onderwerp stagematching. Hierbij plaatst de school zelf, zonder ‘klikgesprek’, een student bij een werkgever. Scholen moeten hiermee aan de slag gaan, volgens de toolbox. Onder druk van werkgevers is in het stagepact echter afgesproken dat de toepassing van stagematching (nog) geen verplichting is.
Paneldiscussie
Tijdens de afsluitende paneldiscussie van het event toont minister Robbert Dijkgraaf zich optimistisch over de kansen stagediscriminatie in het mbo aan te pakken. De minister erkent dat discriminatie lastig is uit te bannen. Maar juist in het mbo, een miniatuurversie van de samenleving, zijn er goede kansen om dit wel succesvol te doen. Als iedereen meewerkt, stagebegeleiders, leerbedrijven, docenten en studenten, moet het mogelijk zijn stagediscriminatie binnen vier jaar te stoppen.
Junior-versie
Jan Rijksen, stagecoördinator bij het Albeda College (Rotterdam), staat achter de afspraken uit het stagepact. Een regel als het organiseren van minimaal drie contactmomenten met de stagiair, is volgens hem niet meer dan logisch. Volgens Rijksen is het cruciaal om voor, tijdens en na de stage goed contact te hebben met de student.
Minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) houdt een pleidooi voor objectief selecteren. Veel werkgevers hebben de neiging om bij het selecteren van sollicitanten te kiezen voor iemand die in cultureel opzicht dichtbij hen staat. Haar advies is echter: ‘Neem niet de junior-versie van jezelf aan. Kies een sollicitant alleen op competenties.’ Dat werkgevers een andere benadering hebben blijkt ook tijdens de paneldiscussie. Suzanne de Best, recruiter bij cateraar Albron, benadrukt dat het juist belangrijk is dat een sollicitant goed in een team past en dat er sprake is van een ‘klik’. Volgens de toolbox is dit een valkuil bij het tegengaan van discriminatie. Er is dus nog werk aan de winkel!
Bekijk hier de uitgebreide toolbox
Lees ook: Dijkgraaf wil stagediscriminatie ‘keihard’ aanpakken