Alle vormen van vervolgonderwijs, van mbo tot wo, verdienen volgens Robbert Dijkgraaf dezelfde maatschappelijke waardering. De minister wil breken met het hiërarchische denken in hoge en lage onderwijsniveaus.
In een uitgebreide brief aan de Tweede Kamer doet minister Dijkgraaf een poging om zijn concept van een waaier van gelijkwaardige opleidingen nader uit te werken. Hij pleit voor een geheel nieuwe manier van kijken naar onderwijs. In de maatschappij is nu nog een negentiende-eeuws beeld dominant, waarbij praktische beroepen een lage status hebben. Hij wil deze hiërarchische blik op het onderwijs loslaten. Het ministerie neemt zich dan ook voor om niet meer te spreken over hoger, middelbaar en lager onderwijs. In plaats daarvan wil Dijkgraaf naar een geheel nieuwe inrichting van het vervolgonderwijs.
Vier doelen
Bij het concretiseren van het waaier-concept onderscheidt Dijkgraaf vier concrete doelen. In de eerste plaats is het volgens de minister belangrijk dat studenten zich makkelijk kunnen bewegen binnen de waaier van vervolgopleidingen. Op dit moment is er sprake van een trechterwerking: wie eenmaal gestart is in een bepaalde onderwijssector, komt hier moeilijk weer uit. Dit begint al bij de eindtoets in het basisonderwijs. Wie van de ene onderwijsvorm naar de andere wil doorstromen komt allerlei drempels tegen. Zo is er een hoge uitval onder mbo-studenten die doorstromen naar het hbo. Volgens Dijkgraaf zou het goed zijn als er meer doorlopende leerlijnen komen. Opleidingen uit het mbo, hbo en wo zouden meer moeten samenwerken.
Gelijke faciliteiten
Daarnaast is het, in de tweede plaats, belangrijk dat alle studenten kunnen beschikken over gelijke faciliteiten. Denk hierbij aan introductieprogramma’s, sportvoorzieningen, uitgaansgelegenheden en studentenkortingen. Ook wil Dijkgraaf dat voor alle studenten dezelfde regels gelden rond studieleningen en bijverdienen. Op het gebied van internationale ervaring zouden mbo-studenten meer mogelijkheden moeten krijgen voor een verblijf in het buitenland. Anderzijds zouden hbo- en wo-studenten baat kunnen hebben bij een sterkere koppeling met de beroepspraktijk, zoals die op het mbo al bestaat. Ook op het gebied een vervolg na het diploma zou er meer gelijkheid moeten komen tussen opleidingen. Zo zouden mbo-studenten de mogelijkheid moeten krijgen om na hun diploma verder te leren voor een meestertitel.
Regionale waaiers
In de derde plaats zou het volgens Dijkgraaf goed zijn als onderwijsinstellingen op regionaal niveau meer zouden samenwerken. Hij ziet kansen voor ‘regionale waaiers’. Als voorbeeld verwijst hij naar de ‘Universiteit van het Noorden’ , waar mbo-, hbo- en wo-instellingen samenwerken op het gebied van onderwijs, onderzoek en innovatie. Dijkgraaf ziet goede mogelijkheden om het waaierdenken in regionaal verband in de praktijk te brengen.
Eigen identiteit
In de toekomst zouden jongeren ten slotte niet meer een opleidingsvorm moeten kiezen op basis van het vermeende niveau, maar vanwege de kenmerken van de opleiding. Daarom moet iedere onderwijssector werken aan een duidelijk profiel en een eigen identiteit. Belangrijk daarbij is hoe onderwijs en onderzoek verweven zijn binnen de sector. De samenhang tussen onderzoek en onderwijs is vanouds op de universiteit het sterkst. Maar het hbo met lectoraten en het mbo met practoraten werken ook aan onderzoek en innovatie. Ook hier is onderlinge samenwerking goed mogelijk. Dijkgraaf spreekt in dit verband over een ‘waaier van onderzoek’.
Vier stappen
In de brief beschrijft Dijkgraaf naast de vier doelen ook vier stappen om tot meer gelijkwaardigheid in het vervolgonderwijs te komen. Als demissionair minister acht hij zichzelf nog verantwoordelijk voor de eerste twee stappen: een analyse van de huidige situatie en een schets van de gewenste ideaalsituatie. Een nieuw kabinet kan dan bepalen via welke concrete maatregelen en in welk tempo het nieuwe ideaal gerealiseerd kan worden. Ondertussen gaat Dijkgraaf wel door met zijn missie. Zo organiseert hij op korte termijn een bijeenkomst waar partijen in het vervolgonderwijs ideeën rond het waaier-denken kunnen delen. Ook is de minister benieuwd naar de opvatting van de Tweede Kamer over zijn ideaalbeeld. Op 15 april debatteert de Vaste Kamercommissie voor Onderwijs over de toekomst van het vervolgonderwijs.
Lees hier de brief van minister Dijkgraaf over ‘Het vervolgonderwijs als waaier’
Lees ook: Minister Dijkgraaf komt met ‘waaierbrief’ over beroepsonderwijs