‘Het gaat om dat je maakt, niet om wat of hoe je maakt’

De kern van ‘Maken als didactisch principe’ is lastig te vatten. Dat constateert ook Catelijne van Middelkoop, practor Betekenisvolle Creativiteit bij SintLucas Expertisecentrum. De werkwijze en meerwaarde ervan moet je vooral zelf ervaren, vindt ze. Dat kan tijdens een verdiepingssessie die eind november plaatsvindt. Aan MBO●today legt ze graag uit wat het principe inhoudt en wat docenten en studenten in het mbo eraan hebben.

‘Onderwijs is erg cognitief geworden’, begint Van Middelkoop. ‘We maken te weinig gebruik van zintuigen en studenten worden te veel op cognitieve vaardigheden beoordeeld. Dat geldt zeker voor het wo en het hbo, maar ook voor het mbo. Bij maakonderwijs is er minder focus op cognitieve vaardigheden en meer op zintuigelijke. Het is een onderwijsvorm waarin leerlingen door ‘praktisch werken’ probleemoplossend vermogen ontwikkelen. De essentie van maakonderwijs is eenvoudig: je leert doordat je iets maakt. Ook door maken als didactisch principe in te zetten maak je iets. Maar maken als didactisch principe is niet hetzelfde als maakonderwijs. Het verschil is subtiel, maar wezenlijk. Bij maken als didactisch principe zit de leerervaring niet in wat je maakt maar in dat je maakt.’

Focus op het creatieve proces

In die ene letter schuilt een wereld van verschil. ‘Bij ‘klassiek’ maakonderwijs gaat het om het maken van een eindproduct. Tegenwoordig gaat het dan al snel over makersplaatsen vol 3D-printers en robots; moderne handvaardigheidlokalen die praktisch (techniek)onderwijs aantrekkelijk moeten maken voor jongeren. Ook dit soort onderwijsvormen zijn een verrijking van traditioneel klassikaal onderwijs, maar ze zijn sterk gericht op het resultaat. Bij maken als didactisch principe gaat het juist om het proces van het maken zelf en niet om het oplossen van een probleem. Als je iets maakt, maak je de stof toegankelijker. Door ideeën te materialiseren ervaar je die zelf en je maakt jouw ideeën toegankelijk en begrijpelijk voor anderen. Doordat de aandacht niet uitgaat naar het resultaat ligt de focus op het creatieve proces. Dat kun je verder versterken door bijvoorbeeld van tevoren mee te geven dat studenten het eindproduct niet mogen meenemen, maar dat het gerecycled wordt. Dat lijkt misschien ‘zinloos”, maar het geeft juist vrijheid, waardoor creativiteit nog meer ruimte krijgt.’

Abstracte begrippen

Maken als didactisch principe is ook – of misschien wel juist – goed in te zetten voor het leren en begrijpen van abstracte materie, bijvoorbeeld wiskunde zoals in dit artikel van de Correspondent aangehaald. ‘Het maakt niet uit wat het onderwerp is. Het gaat erom de dialoog met je omgeving op gang te brengen. Daardoor en daarmee kom je tot nieuwe en waardevolle inzichten. Het werkt ook voor een onderwerp als democratie, een abstract containerbegrip waaronder je van alles kunt verstaan. Als je studenten vraagt met willekeurige materialen te verbeelden wat democratie is, doet iedere student dat op een unieke manier in een unieke vorm. Die vormen lijken misschien op elkaar of misschien helemaal niet. Door in gesprek te gaan over die vormen en over de overeenkomsten, verschillen en ideeën erachter komt het gesprek over het onderwerp op gang.  Dit zorgt voor verbinding met en tussen studenten en geeft zicht op hun belevingswereld. Dat is vooral van waarde voor doelgroepen die zich verbaal of schriftelijk minder goed kunnen uitdrukken.’ Niet alleen voor studenten heeft maken als didactisch principe meerwaarde. ‘Docenten interpreteren de lesstof veel vrijer. Binnen alle schooltypen, ook in het mbo, is er een sterke focus op het eindresultaat, op toetsen en diploma’s, in het geval van het mbo in de vorm van het Kwalificatiedossier. Die focus leidt ertoe dat docenten hun eigen maakkracht en die van hun studenten te weinig inzetten om aan te sluiten bij de individuele leerbehoefte en leermethode van hun studenten.’

Verdiepingssessie

Catelijne van Middelkoop is zich bewust van het feit dat het onderwerp wat uitleg behoeft zodat iedereen begrijpt wat het inhoudt. ‘Ervaren of laten zien werkt altijd goed is mijn ervaring. Daarom maken we nu een korte film waarin we het principe laten zien in een klas-setting.  Die video laat zien dat het docenten helpt om op een andere manier naar onderwijs te kijken.’ Van Middelkoop nodigt geïnteresseerde docenten en onderwijsontwikkelaars ook van harte uit om zich aan te melden voor de verdiepingssessie die ze in november organiseert over het onderwerp; waar docenten maken als didactisch principe zelf kunnen ervaren. ‘Met die verdiepingssessie richten we ons met name op docenten. Maar ik vind het sowieso belangrijk dat er meer aandacht is voor “maken” in het onderwijs, op brede schaal en bij een brede doelgroep: van docenten en onderwijsontwikkelaars tot beleidsbepalers.’

De mbo-verdiepingssessie “Maken als didactisch principe” vindt plaats op 27 november. Inschrijven kan via deze link. De sessie is interessant voor elke onderwijsprofessional in het mbo die creativiteit een plek wil geven in zijn of haar lessen.