Subsidie voor extra groepshulpen in de kinderopvang

Kinderopvangorganisaties kunnen subsidie krijgen als zij een groepshulp in dienst nemen. Voorwaarde is dat de werknemer een deeltijd mbo-opleiding gaat volgen. Met de subsidie wil staatssecretaris Nobel het personeelstekort in de kinderopvang tegengaan.

De kinderopvang kampt net als veel andere sectoren met een groeiend tekort aan personeel. Om de druk te verlichten, kunnen werkgevers in de kinderopvang subsidie aanvragen voor het aannemen van groepshulpen. De groepshulpen worden niet zelfstandig verantwoordelijk voor het werk, maar ondersteunen de professionals in de opvang. Het kabinet-Schoof stelt voor de subsidieregeling de komende jaren in totaal zes miljoen euro beschikbaar.

Praktijkscholing

De groepshulpen hoeven geen vooropleiding of ervaring in de kinderopvang te hebben. Wel moeten ze een praktijkscholing in deeltijd gaan volgen bij een mbo-school. Volgens het ministerie van Sociale Zaken is dit een geschikte route voor een brede groep werkzoekenden die aan de slag willen in de kinderopvang. Denk aan zij-instromers, Oekraïense ontheemden en mensen met een uitkering.

Subsidiebedrag

Een werkgever mag per jaar subsidie aanvragen voor twee groepshulpen. De nieuwe werknemers moeten een arbeidsovereenkomst van ten minste één jaar krijgen. Het maximale subsidiebedrag per groepshulp is ruim 10.000 euro, afhankelijk van de omvang van de arbeidsovereenkomst en het aantal aanvragen van de regeling. Voor de huidige aanvraagperiode is € 1,6 miljoen beschikbaar. Volgend jaar en in 2026 volgen nieuwe subsidierondes.

Grote impact

Volgens staatssecretaris Jurgen Nobel van Participatie kan de inzet van meer groepshulpen de sector helpen: ‘Gebrek aan personeel in de kinderopvang kan grote impact hebben. Ouders moeten soms lang wachten op een plek, waardoor ze in de knel komen met werk. En pedagogisch professionals ervaren hoge werkdruk. De inzet van groepshulpen biedt verlichting en draagt bij aan het aanpakken van de tekorten.’