COLUMN | Het is 8 januari als ik aan deze tekst begin. Mijn cursor knippert me tegemoet. Ik wil een tekst schrijven over beginnen. Beginnen aan iets nieuws, beginnen aan een jaar, of beginnen met stoppen. Het is geen nieuwjaar meer, maar ik zou zeggen dat goede voornemens nu nog wel van kracht zijn. Amerikaans onderzoek wijst uit dat meer dan 20% van de mensen met goede voornemens die na een week alweer losgelaten heeft. Maar 80% nog niet. Dus ergens aan beginnen, of beginnen met stoppen, is op 8 januari nog steeds van kracht.
Mijn studenten heb ik alweer een paar dagen mogen zien. Zij hebben de eerste dag uitgebreid bijgepraat over hun kerst, oud en nieuw, over hun vakantie. Sterke verhalen over vuurwerk en hoeveelheden drank vullen de ruimte. Eén meisje is chagrijnig omdat ze weer moet beginnen. Maar dat meisje is eigenlijk altijd chagrijnig. In mijn hoofd noem ik haar stiekem wel eens Mevrouw Grumpy, naar de grappige dwerg uit het verhaal van Sneeuwwitje. Maar de studenten zijn duidelijk blij om elkaar weer te zien en dat vind ik een mooi begin.
Op de tweede dag komt een student naar me toe om te vragen of we kunnen praten. Hij had voor de vakantie nog vier opdrachten openstaan en het wordt een lastig jaar voor hem. Inhalen is verschrikkelijk moeilijk, omdat er ook steeds weer nieuwe opdrachten bijkomen. Eigenlijk denk ik dat hij school niet voldoende prioriteit kan geven en ik verwacht dat onze opleiding te zwaar voor hem blijkt en dat hij gaat stoppen. Misschien wil hij daarom met me praten?
‘Ik weet dat ik nog vier opdrachten open had staan’, begint hij. ‘Maar ik heb er deze vakantie maar twee kunnen afmaken. Mag ik die andere twee misschien nog even laten staan?’ Ik ben aangenaam verrast. Een deel van je vakantie kwijtraken voor twee schoolopdrachten is een grote opoffering voor een jongvolwassene. Ik had niet eens verwacht dat hij er 1 zou doen. Natuurlijk mag hij die andere twee op een ander moment inhalen. Ik neem me voor hem positief te blijven aanmoedigen. Zo kunnen we het samen misschien wel eens redden.
De derde dag, de dag dat ik begin aan deze tekst, komen de studenten binnen alsof ze alweer toe zijn aan vakantie. Ze sjokken de klassen in en ploffen op de stoelen en banken. Ons werk van motiveren en leren kan weer beginnen. Ik prijs mezelf gelukkig met mijn werk tussen de jonge mensen. Ze zijn vaak voorspelbaar, maar verrassen zeker net zo dikwijls. Als ik na de ochtend richting mijn laptop loop, om aan deze tekst te beginnen, loopt Mevrouw Grumpy aan mij voorbij. Tot mijn verbazing lacht ze en roept ze vrolijk ‘Hallo mevrouw!’
Als ik aan deze tekst begin, knippert mijn cursor mij tegemoet. Ik wil een tekst schrijven over beginnen en ik weet niet waar ik moet beginnen. Maar mijn studenten leren mij dagelijks dat geen race ooit gelopen is en dat je altijd opnieuw kunt beginnen. Goede voornemens na een week alweer vergeten? Begin volgende week gewoon opnieuw. Of morgen. Of op 15 januari. Zelfs uitstellen kan morgen ook nog wel. Verras jezelf! Mijn tekst beginnen lukt nog niet en ik sluit mijn laptop. Morgen weer een dag.