Karim Amghar: het mbo heeft last van diepe kloof in de samenleving

Het onderschatte belang van het mbo hangt samen met een diepe kloof in de Nederlandse samenleving. Dat stelt Karim Amghar in zijn pamflet ‘Maar dat begrijp jij toch niet’.

Volgens Amghar is er sprake van een scherpe tweedeling in de Nederlandse maatschappij. De kloof tussen zogenaamd ‘hoogopgeleiden’ (met een hbo/vwo-achtergrond) en ‘laagopgeleiden’ (met een mbo-opleiding) is dieper dan die tussen stad en platteland of tussen links en rechts. Deze tweedeling leidt bij mbo-studenten tot een minderwaardigheidsgevoel. Amghar: ‘Veel studenten zijn trots op hun vak, maar voelen geen maatschappelijke waardering.’ Daar moet iets aan gebeuren, vindt Amghar. In zijn boek Maar dat begrijp jij toch niet doet hij hier flink wat concrete voorstellen voor.

Paradox

Amghar vertelt dat het ministerie van Onderwijs vaak stelt dat het Nederlandse mbo het erg goed doet. Zo zei voormalig minister Van Engelshoven bij een debat: ‘Internationaal doen we het echt heel goed.’ Amghar schrijft: ‘Ik had geen idee wat ze bedoelde. Ik dacht aan de lege klassen in de ochtenden, de gestreste docenten, de ouders die hun kinderen koste wat kost naar het hbo of het wo probeerden te sturen, de partners die zich schaamden voor het mbo-diploma van hun geliefden.’ Er is sprake van een paradox: het mbo doet het goed, maar ouders willen toch dat hun kinderen naar het hoger onderwijs gaan.

Bubbel

Amghar is niet de eerste die de opleidingskloof constateert. Hoe komt het toch dat deze tweedeling in stand blijft? Amghar: ‘Veel mensen hebben belang bij het in stand houden van de tweedeling. Ze hebben het wel goed in hun bubbel van “hoogopgeleiden”. De vroege selectie blijft daardoor in stand. Kinderen krijgen al op jonge leeftijd de subtiele boodschap: probeer op het havo of het vwo te komen.’ Het dichten van de kloof vraagt om een langetermijnaanpak. Het is daarom volgens Amghar jammer dat Robbert Dijkgraaf zo kort minister is geweest. Met zijn ‘waaier’ probeerde hij te breken met het verticale denken.

Bestuurders

De kloof in de maatschappij is volgens Amghar ook terug te vinden binnen de mbo-school. Veel mbo-bestuurders hebben maar weinig feeling met de belevingswereld van studenten. Amghar: ‘Als bestuurder moet je niet alleen een visie hebben of beleid implementeren, maar ook je docenten en studenten kennen en begrijpen. Alleen dan kunnen bestuurders de kloof overbruggen tussen het beleid en de praktijk, en zorgen voor een onderwijsomgeving die echt tot bloei komt.’ Het zou volgens Amghar goed zijn als schoolbestuurders ook les zouden geven: ‘Als je een halve dag per week voor de groep staat, voel je wat de student voelt. Feeling met de doelgroep is echt belangrijk, ook voor toezichthouders.’

Herwaardering

Volgens Amghar moet Nederland aan de slag om de waardering voor vakmensen te verbeteren. In zijn slothoofdstuk doet hij een hele reeks concrete voorstellen. Wie gaat werken in een tekortsector als de zorg of de techniek zou bijvoorbeeld vijf jaar vrijgesteld moeten worden van inkomstenbelasting. En mbo-docenten zouden voorrang op de woningmarkt kunnen krijgen. Ook zouden studenten uit het hoger onderwijs verplicht stage moeten lopen in een mbo-werkomgeving. Amghar: ‘Ik wil met mijn boek juist ook hoogopgeleiden aanspreken. Alleen zo kun je de kloof overbruggen.’

Droom

Amghar heeft de hoop dat op de lange termijn het mbo de waardering krijgt die het verdient. Hij heeft een droom: ‘Ooit zullen ouders teleurgesteld zijn als hun kind niet naar het mbo mag. Dan is de kloof gedicht.’

Karim Amghar, Maar dat begrijp jij toch niet. Over het onderschatte belang van het mbo is op 11 februari verschenen. Het boek telt 144 pagina’s en is voor 15 euro onder andere te verkrijgen via De Correspondent.

Foto: Frank Ruiter