COLUMN | Doorzettingsvermogen wordt vaak gezien als een deugd. Het is goed om niet meteen op te geven bij een eerste tegenslag. Doorzettingsvermogen kan je ver brengen in het leven, omdat je blijft doorgaan en probeert iets af te maken. Je laat zien dat je alle kansen pakt voor het gedroomde resultaat. Zelf vind ik doorzettingsvermogen ook belangrijk. Maar is het altijd de beste keuze?
Ik zie veel studenten met doorzettingsvermogen, uitzonderingen daargelaten uiteraard. In de klassen die ik lesgeef, hebben alle studenten de intentie om de gekozen studie af te maken. Tijdens mijn onderzoek vraag ik ook of de student van plan is om de studie af te maken. Ik krijg hier vaak lacherige reacties op. Natuurlijk willen ze de studie afmaken, wat zouden ze hier anders doen?
Sommige studenten hebben al veel doorzettingsvermogen moeten tonen om op deze plek te komen. Zowel in hun schoolcarrière (bijvoorbeeld stapelaars die komen van praktijkonderwijs, entree), als in de praktische uitdagingen om überhaupt op school te verschijnen (aftandse fiets, huis niet goed bereikbaar met ov, thuissituatie waar lastig van los te komen is, enzovoorts). Superknap dat deze studenten doorzetten, wat zijn ze gemotiveerd denk ik dan.
Doorzettingsvermogen wordt vaak gekoppeld aan motivatie. Ook een belangrijke drijfveer die je verder kan helpen. In mijn begeleiding probeer ik studenten dan ook altijd door te laten zetten. Maar laatst besefte ik dat doorzetten niet in elke situatie goed is.
Af en toe kom ik een student tegen die graag door wil met de opleiding, terwijl we volgens mij allebei al weten dat dit geen goed idee is. Soms is dit omdat ze hun ouders niet teleur willen stellen, soms omdat ze al meerdere ‘verkeerde’ studiekeuzes hebben gemaakt. Ze willen niet falen, ze willen doorzetten. Ze willen gewoon graag het diploma behalen, in mijn geval, in de zorg. Het idee van werken in de zorg is mooi. Maar in de realiteit is niet iedereen hier geschikt voor. Als je bijvoorbeeld walgt van het wassen van mensen of als er in je hoofd zoveel aan de hand is waardoor focus op school en stage even niet lukt.
Het erkennen van het níet behalen van je droomresultaat kan lastig zijn. Je wilt niet opgeven, dus je zet door. In de hoop dat je het gedroomde resultaat gaat behalen. Terwijl je stiekem al weet dat de droom niet (meer) bestaat. Stel, je zou in dit geval niet doorzetten, maar de situatie erkennen. Laat je dan zien dat je niet wil? Dat je niet alle kansen uit het leven pakt? Dat je geen motivatie hebt om verder te komen?
Volgens mij niet. Soms is ‘opgeven’ juist verstandig. Dit laat niet zien dat je ongemotiveerd bent of dat je faalt. Waar blijft het credo ‘van fouten kan je leren’ als het in de buurt van opgeven komt? Als doorzetten een doel wordt in plaats van een middel, dan slaan we volgens mij de plank mis. Waarom zou je zoveel inleveren van jezelf om door te zetten, als je gedroomde resultaat verandert of niet meer kan bestaan?
Doorzettingsvermogen is een waardevolle eigenschap, maar soms is het krachtiger om te weten wanneer je moet loslaten. Erkennen dat je jouw droomresultaat niet behaalt, kan lastig zijn. Maar het biedt ruimte voor nieuwe mogelijkheden. Door blijven zetten lijkt nobel, maar het is soms verstandiger om op te geven en een nieuwe weg in te slaan.
Doorzettingsvermogen, een kwaliteit en een valkuil.
Manon Toonen, docent-onderzoeker ROC van Twente