COLUMN | De laatste tijd klinkt steeds vaker het voorstel om de studiekeuzevrijheid in te perken. Zo stelde VVD-Kamerlid Queeny Rajkowski onlangs dat opleidingen ‘meer moeten aansluiten op de arbeidsmarktekorten’. En eerder werd het mbo zelfs vergeleken met een sigarettenfabrikant: aantrekkelijk onderwijs zou studenten verleiden tot de ‘verkeerde’ keuze.
door: Maurits Brus
Daarom, zo stelt onder andere Rajkowski, moet ervoor gezorgd worden dat meer studenten opleidingen in tekortsectoren zoals bouw, techniek en zorg gaan doen, en mogen minder studenten toegelaten worden tot studies die niet opleiden voor tekortsectoren. Maar laten we eerlijk zijn: tornen aan de studiekeuzevrijheid raakt niet alleen mbo-studenten. Het raakt de kern van het liberale gedachtegoed van onder andere de VVD zelf. Vrijheid om je eigen pad te kiezen is immers een fundamentele waarde – geen luxe. Is het dan aan ons, mbo-studenten, om de problemen van een vergrijzende arbeidsmarkt op te lossen? Zeker wanneer andere sectoren soms meer doorgroeimogelijkheden, een beter toekomstperspectief en een hoger salaris bieden? Hoe eerlijk is dat eigenlijk? De overheid kan alleen ingrijpen bij de opleidingen die zij bekostigt. Als mijn ouders een particuliere opleiding kunnen betalen, mag ik dus nog steeds kiezen wat ik wil. Maar mijn buurjongen die dat geluk niet heeft zou straks misschien richting zorg of techniek móéten. Studiekeuzevrijheid verandert zo van een recht in een privilege.
Dat is niet alleen onrechtvaardig. Het is ook een kortetermijnoplossing met grote risico’s. Een paar jaar ‘extra instroom’ in tekortsectoren klinkt mooi, maar wat als die studenten na vijf jaar ontdekken dat dit nooit hun droom was en switchen naar een baan in een hele andere sector? Dan staan we opnieuw met lege handen.
Mbo’ers zijn mensen, geen middelen. Er wordt vaak over ons gepraat alsof we onderdelen zijn van een grote arbeidsmarktmachine die je kunt verplaatsen waar het tekort het grootst is. Maar mbo’ers zijn volwaardige burgers met eigen talenten, ambities en dromen.
De VVD pleit ondertussen voor ‘goedkopere opleidingen’ door het verlagen van het lesgeld. Goedkoper is niet automatisch beter: het kan juist zorgen voor nóg meer kansenongelijkheid wanneer je portemonnee bepaalt wat jij mag gaan studeren. Het is tijd om te investeren in wat écht werkt: goede voorlichting. Voorlichting maakt het verschil. Een sterke loopbaanbegeleider kan een toekomst kantelen. Dáár begint een loopbaan: bij een student die kiest vanuit passie – niet omdat hij of zij wordt gestuurd door financiële prikkels.
Er gaat ontzettend veel goed op het mbo. Wie wil dat mbo’ers ‘Nederland gaan redden’, moet zelf ook stappen zetten. Trek de studiefinanciering gelijk met die van hbo- en wo-studenten. Verbied discriminatie op basis van opleiding. Stop het framen van ‘afstroom’ vanuit het hbo: wie kiest voor het mbo stroomt niet af, maar dóór.
De tekorten die bestaan, zijn niet door studenten veroorzaakt. Natuurlijk denken wij wél graag mee over oplossingen. Er zijn zo veel manieren om tekortsectoren aantrekkelijker te maken zonder aan studiekeuzevrijheid te tornen. Denk aan goede begeleiding, inspirerende werkplekken, sterke teams en ruimte om te groeien in het vak dat bij je past. Studenten kiezen niet voor een opleiding omdat het ‘moet’, maar omdat zij ergens warm voor lopen. Wanneer een sector laat zien wat er mooi, betekenisvol en uitdagend is aan het werk, volgt de instroom vanzelf.
Investeer daarnaast in betere voorlichting op het voortgezet onderwijs, zodat leerlingen weten waar ze voor kiezen. Zorg voor goede stageplekken, waar studenten hun passie voor het werkveld ontwikkelen in plaats van verliezen. Er zijn meer dan genoeg oplossingen. De vraag is dus: waarom zouden we nu al inleveren op keuzevrijheid: een van de meest fundamentele waarden die we hebben?
Maurits Brus is voorzitter van Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOBmbo)