Een prikkel om mbo-scholen te stimuleren de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt te verbeteren is niet goed mogelijk. Dat concludeert het CPB in een verkennende studie.
Scholen extra belonen als veel afgestudeerden werk vinden. Dat is het idee achter een mogelijke nieuwe prikkel in het mbo. Deze prikkel zou over enkele jaren, bij een nieuwe ronde kwaliteitsafspraken, ingevoerd kunnen worden. Om de kansen van zo’n prikkel te toetsen heeft het CPB op verzoek van de ministeries van Onderwijs, Sociale Zaken en Economische Zaken een verkennend onderzoek uitgevoerd. Met een duidelijke conclusie: een arbeidsmarktprikkel is in het mbo niet goed mogelijk.
Cijfers
In de CPB-notitie wordt allereerst op een rij gezet hoe het eigenlijk zit met de arbeidsmarktkansen van mbo’ers. Die kansen blijken nog niet zo slecht te zijn: één jaar na het afronden van de mbo-studie heeft zo’n 70% van de leerlingen een baan voor dertig uur in de week of meer. Daarmee doet het mbo amper onder voor het hbo of de universiteit. Studenten met een bbl-opleiding scoren gemiddeld zelfs beter dan hogeropgeleiden.
Invloed
Volgens het CPB worden de arbeidsmarktkansen van leerlingen door meerdere factoren bepaald. Naast conjuncturele ontwikkelingen spelen de prestaties van mbo-scholen zeker ook een rol. Om te bepalen wat precies de invloed van de school is, zou een langjarige studie moeten worden uitgevoerd. Maar het CPB ziet bij voorbaat veel beren op de weg. Niet alleen zijn er veel onzekere factoren, ook zouden scholen geprikkeld kunnen worden alleen kansrijke leerlingen aan te nemen (cherry picking). Al met al concludeert het CPB dat ‘het vrijwel onmogelijk is om een effectieve financiële prikkel te ontwerpen die niet tot perverse herverdeling leidt’.
Opmerkelijk
Het CPB sluit de studie af met een opmerkelijke aanbeveling. Volgens het CPB zou het nuttig zijn om ‘uitgebreid onderzoek’ te doen naar ‘de effectiviteit van de verschillende instrumenten die het mbo toepast om leerlingen beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt’. Als duidelijk wordt welke instrumenten echt helpen, zou een vorm van inputbekostiging wellicht mogelijk zijn: scholen die de bewezen instrumenten hanteren, zouden dan extra beloond kunnen worden. Ook het CPB zelf heeft aarzelingen bij zo’n onderzoek: ‘Stel dat er een lijst met effectieve maatregelen bestaat, kan deze lijst tot rigide gedrag leiden. Een instelling die een effectieve innovatie bedenkt wordt immers niet beloond.’ Het is misschien maar beter als het CPB niet begint aan dit ‘uitgebreide onderzoek’.
Lees hier de volledige CPB-notitie ‘Prikkels mbo aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt’.