In 2016 ‘Maker Faire’ in Nederland

In 2016 wordt in Nederland een nationale Maker Faire georganiseerd. De beurs moet mbo-scholen enthousiasmeren zich aan te sluiten bij de Maker Movement.

Tijdens een Maker Faire laten bedrijven, uitvinders en scholen zien welke producten gemaakt kunnen worden met behulp van de modernste technieken. Het idee voor zo’n beurs in Nederland werd in oktober 2014 het eerst door Anne-Wil Lucas, Kamerlid voor de VVD, gelanceerd. Tijdens een Algemeen Overleg over de voortgang van het Techniekpact gaf ze aan dat het hoog tijd werd om zo’n beurs in Nederland te organiseren.

Enthousiast
Het idee werd enthousiast overgenomen door de bewindslieden van het ministerie van Onderwijs. In de brief over de toekomst van het mbo schreef minister Bussemaker in september 2015 dat er inderdaad een ‘Science & Maker Faire’ wordt georganiseerd in Nederland. Bij de behandeling van de onderwijsbegroting maakte de Tweede Kamer daadwerkelijk een bedrag van € 500.000 vrij voor het organiseren van de Faire in 2016. Volgens een amendement van de Kamerleden Anne-Wil Lucas (VVD) en Tanja Jadnanansing (PvdA) zal de beurs bijdragen aan het enthousiasmeren van mbo-scholen om zich aan te sluiten bij de Maker Movement. Een kwartiermaker Maker Movement krijgt de opdracht de beurs te organiseren.

Niet blij
Niet iedereen is blij met het plan voor de Maker Faire. Het geld voor de beurs wordt namelijk gevonden in de subsidie die het Platform Bèta Techniek krijgt voor het sectorplan mbo-hbo techniek en de stimulering van bèta/techniek via de zogenaamde centers of expertise. Een reeks vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, onder leiding van Siemens-topman Ab van der Touw, verzet zich in een brief aan de bewindslieden van onderwijs tegen de voorgenomen bezuiniging: ‘Het geld dat geoormerkt is voor de Centra en het uitvoeren van het kennisprogramma is hard nodig. Beknibbel hier niet op – houd het intact en zet eerder in op uitbreiding dan korting.’ De briefschrijvers roepen de bewindslieden op het amendement af te wijzen. Volgens minister Bussemaker blijft er echter met zo’n € 5,5 miljoen genoeg budget over voor het Platform Bèta Techniek.