Tijdens een preconferentie, voorafgaand aan de tweejaarlijkse CVI-conferentie, vierde de Beroepsvereniging voor mbo-opleiders (BVMBO) gisteren haar vijfjarig bestaan. Met taart, waardevolle gesprekken en in gezelschap van de minister.
Woensdagochtend, 6 april. In zaal 4 van de MartiniPlaza, waar de CVI-conferentie 2016 gehouden wordt, wachten ons vijf tafels, drie gespreksronden en evenzoveel thema’s. Kwaliteit in het onderwijs heeft vele aspecten en drie hiervan staan deze ochtend op het menu. Maar eerst moet natuurlijk even stilgestaan worden bij de Beroepsvereniging voor mbo-opleiders, een beroepsgroep voor wie, zoals voorzitter Marjolein Held het verwoordt, ‘kwaliteit maken eigenlijk een alledaags onderwerp’ is. ‘Dat mogen we ons best wat meer beseffen’, stelt ze. ‘We zijn vijf jaar geleden deze vereniging gestart omdat we de regie op ons onderwijs willen. Omdat we ons willen laten horen in de discussie over kwaliteit. Die beweging hebben we gemaakt’.
Zelfbewuster
Dat wordt onderstreept door de speciale gast van vandaag: minister Jet Bussemaker. Ze stelt in haar openingspraatje dat de BVMBO een ‘hele belangrijke organisatie’ is, die ‘nog veel meer op de voorgrond moet treden. ‘Wat mij betreft mogen jullie echt wel wat zelfbewuster zijn. We praten ontzettend veel en vaak over de kwaliteit van het onderwijs. Ikzelf doe dat met de koepels, met de bonden, met de Kamer, de pers. Maar uiteindelijk wordt de kwaliteit van het onderwijs gemaakt in contact met studenten en docenten, praktijkinstructeurs, et cetera. Oftewel: in jullie werk. Daarom vind ik het heel belangrijk dat jullie laten weten wat je doet en waar je trots op bent. Ik vind sowieso dat het vak van leraar echt een van de mooiste beroepen is die er zijn. Laat me dus weten wat wij kunnen doen om dat beroep een mooi beroep te laten blijven. Ik wil jullie de professionele ruimte geven, maar vertel me ook wat je daarvoor nodig hebt en wat er af en toe vooral niet moet gebeuren. Dat is cruciaal.’
Taart en goede gesprekken
Daarna mag de minister de taart – een fraai staaltje vakmanschap van eerstejaars bakkers van het Noorderpoort College, gastheer van de CVI-conferentie – aansnijden. Daarna schuift ze aan bij een van de vijf tafels. In drie rondes worden vervolgens drie thema’s onder de loep genomen. Elk thema wordt eerst ingeleid door een presentatie over relevant onderzoek van expertisecentrum ecbo. Gewapend met deze input, gaan de aanwezige docenten de discussie met hun tafelgenoten aan. In ronde 1, ingeleid door Carlos van Kan (die onderwijsvisies van docenten onderzoekt), staat de pedagogisch-didactische kwaliteit van de docent centraal. Ronde 2 gaat over teamkwaliteit (ingeleid door Patricia Brouwer, die samenwerkende teams en de professionele leercultuur onder de loep neemt). Thema 3 is de zorg voor onderwijskwaliteit in het mbo (ingeleid door José Hermanussen, die onderzoek verricht naar peer review in het Kwaliteitsnetwerk MBO).
Hilariteit
Het zijn geanimeerde gesprekken, waarin iedere docent zijn ervaringen inbrengt. Minister Bussemaker neemt bij elke tafel waar zij aanschuift vrijwel direct de rol van voorzitter/tafeldame op zich. Ze vraagt en vraagt door en maakt regelmatig aantekeningen. Er wordt ook veel gelachen. De sfeer is dan ook ontspannen. Bij thema 2 is zelfs even sprake van hilariteit. Een van de aanwezigen laat weten dat zijn onderwijsteam al vrij ver is in het ontwikkelen van een lerende cultuur. De minister vraagt hem wie daarbij de initiator is geweest: zijn team, zijn leidinggevende, het managment, HR? Waarop de docent vertelt dat de minister dat zelf is geweest. ‘Er kwamen zoveel ontwikkelingen op ons af, dat we niet anders konden dan ons lerend op te stellen’, aldus de docent. Een mooi voorbeeld van ‘teachers’ en ‘teams in the lead’, wellicht een verdienste van de jarige BVMBO.