Huisvesting geen ernstig financieel risico in mbo

Voor de overgrote meerderheid van de mbo-scholen vormen de huisvestingslasten geen risico voor de onderwijskwaliteit. Dat concludeert de Inspectie van het Onderwijs in een themaonderzoek.

De centrale vraag van het inspectieonderzoek luidt: zijn er scholen die zoveel geld aan huisvesting besteden dat dit ten koste gaat van de onderwijskwaliteit? Bij het onderzoek, dat zich richt op mbo, hbo en wo, is de inspectie geen nieuwe probleemgevallen tegengekomen.

Code groen
Volgens het onderzoek is in het mbo de afgelopen tien jaar flink geïnvesteerd in vastgoed. Bij enkele scholen heeft dit geleid tot financiële problemen. De inspectie noemt hierbij ROC Leiden, ROC Landstede en Berechja. Maar het algemene beeld van de mbo-sector is positief. Van de 64 onderzochte mbo-scholen geeft de inspectie 51 scholen de code ‘groen’. Bij deze scholen vormen de huisvestingslasten volgens de Inspectie geen risico voor de financiële positie van de school. Bij negen instellingen kon de inspectie geen volledig beeld krijgen van de huisvestingssituatie, maar worden er desondanks geen grote risico’s geconstateerd. Deze scholen vallen in de categorie ‘geel’. Er resteren dan vier scholen waarbij de inspectie niet kon concluderen dat er geen risico’s waren. Bij deze scholen doet de inspectie nader onderzoek. De code ‘rood’ geldt voorlopig voor drie scholen: ROC Leiden, ROC Landstede en Berechja.

Substitutie
De inspectie heeft ook onderzocht in hoeverre er bij scholen sprake is van substitutie van personeelslasten naar huisvestingslasten. Hiervan is sprake als de hoge huisvestingslasten leiden tot minder ruimte voor personeel, met alle negatieve gevolgen van dien voor de onderwijskwaliteit. De inspectie concludeert dat er binnen het mbo geen sprake is van substitutie: er vinden geen grote verschuivingen plaats in het aandeel van huisvestingslasten en personeelslasten.

Lees hier het volledige inspectierapport