Opening MBO City: ‘Alle mbo’ers zijn toppers’

Vandaag is CineMec Ede weer voor één dag de hotspot voor iedereen die het mbo een warm hart toe draagt. MBO City mag op deze tiende editie op zo’n 1.000 mbo-professionals rekenen. Die werden tijdens de algemene opening onthaald op een al direct sterk inhoudelijk welkom. Een verslag.

De aftrap zou eigenlijk om half tien zijn. Maar met dank aan bladeren op het spoor en files op het asfalt zijn veel bezoekers wat later. Dat mag het enthousiasme van iedereen die nog snel een plaats zoekt in het Expo Theater niet drukken. Dagvoorzitter Toine van Peperstraten neemt de eerste woorden van de dag op zich. Hij refereert even aan het heuglijke feit dat dit al weer de tiende editie van MBO City (voorheen Competent City) is en introduceert daarna zijn eerste gast: Hans Schutte, Directeur Generaal bij het ministerie van OCW.

Kwaliteit toegenomen
Schutte laat weten dat het mbo er eigenlijk heel goed voor staat. ‘De kwaliteit is de afgelopen vier jaar  toegenomen. Er zijn diverse indicatoren die daarop wijzen. Er zijn minder zwakke opleidingen, de examenkwaliteit is beter, net als de borging van de kwaliteitsprocessen. Ook de tevredenheid onder studenten en het bedrijfsleven is hoog. Wat dat laatste betreft: we hebben nu echt een sterke, kleurrijke relatie met bedrijven. Dat zie je bijvoorbeeld in de Centra voor Innovatief Vakmanschap. Maar we mogen niet stil blijven staan; we moeten altijd vooruit kijken. We zijn nu bezig met de voorbereidingen op de nieuwe kabinetsperiode. Wat betreft het mbo zijn er zorgen over hoe de arbeidsmarkt zich ontwikkelt. Robotisering en digitalisering roepen de vraag op of met name niveau 2 en 3 het moeilijk gaan krijgen. Dat heeft onze aandacht. Net als de overgang tussen de sectoren: vmbo-mbo, mbo-hbo. Daar is winst te behalen. Ik denk dat dit vooral een mooie tijd gaat worden. Ook voor docenten.’

Mogelijkheden en zorgen
Tweede spreker is Ton Heerts. Zijn eerste honderd dagen als voorzitter van de MBO Raad zitten erop. ‘Ik heb zelden zoveel gemotiveerde docenten gezien als de afgelopen maanden’, vertelt hij. ‘Jullie zorgen ervoor dat de kwaliteit van het onderwijs echt omhoog is gegaan. We hebben een intensieve periode achter de rug. Nu is er rust gewenst. Maar de druk neemt toe. Er zijn weliswaar veel mogelijkheden voor de regio, maar er zijn ook zorgen. Ik was gisteren op werkbezoek in het oosten van het land en bezocht een ziekenhuis. Daar kreeg ik te horen dat ze liever hbo-verpleegkundigen hebben dan mbo’ers. Dat is echt zorgelijk. We moeten gezamenlijk werkgelegenheid zoeken en zelf creëren, ook voor de studenten van niveau 1, 2 en 3. Wat trouwens afschuwelijke woorden zijn: in mijn ogen zijn alle mbo’ers toppers.’

Onderzoeksgeld voor het mbo
Heerts laat ook weten dat hij vindt dat er meer onderzoeksgeld naar het mbo moet gaan. ‘Er zijn diverse mbo-instellingen met drones bezig. Bij een van de AOC’s onderzoekt men bijvoorbeeld hoe je met drones natuurgebieden kunt monitoren. Het mbo moet structureel meer middelen krijgen voor technologische ontwikkelingen.’ Heerts heeft nog een mooie uitsmijter. Hij vertelt dat het mbo is dé schakel is tussen het vmbo, hbo en de arbeidsmarkt. Die schakel is er ook voor hen die meer moeite hebben met leren en er wat langer over moeten kunnen doen. Luid applaus volgt.

Persoonlijk contact
Daarna volgen nog enkele sprekers, waaronder André Timmermans (SBB) en Docent van het Jaar Merel Brugman. Zij onderstreept hoe belangrijk het is dat je met passie je vak overbrengt. ‘Het enthousiast maken van studenten begint bij persoonlijk contact’, vertelt ze. ‘Dat is heel belangrijk in het mbo. Daarnaast is het goed om een toekomstbestendig mbo te creëren en daarbij de bedrijven te betrekken. Die verbinding met het bedrijfsleven is ook voor docenten belangrijk, want zo blijven ze op de hoogte van de ontwikkelingen in hun vakgebied. Met dank aan de keuzedelen krijgen we de kans zelf ons onderwijs vorm te geven. Maar dan moet hiervoor wel tijd en ruimte zijn. Facilliteer ons dus!’

Foto: Claudia Otten