Met de kwaliteitsafspraken is een betekenisvolle stap gezet naar verdere kwaliteitsverbetering van het mbo. Die conclusie trekt minister Bussemaker op basis van een tussenevaluatie van de kwaliteitsafspraken.
Om de kwaliteit van het middelbaar beroepsonderwijs te verbeteren heeft het ministerie met alle mbo-scholen in 2015 kwaliteitsafspraken gemaakt. Iedere (bekostigde) mbo-school heeft hiertoe een eigen kwaliteitsplan gemaakt, met ambities rond bijvoorbeeld de verbetering van de beroepspraktijkvorming, het terugdringen van schooluitval of het investeren in professionalisering. Voor een deel zijn aan de prestaties die scholen behalen financiële gevolgen verbonden. In totaal is jaarlijks een bedrag van maar liefst € 400 miljoen verbonden aan de kwaliteitsafspraken.
Tussenevaluatie
Het werken met kwaliteits- of prestatieafspraken is nieuw voor het mbo. Om die reden is besloten om halverwege de looptijd (2015-2019) de aanpak te evalueren. Deze tussenevaluatie is uitgevoerd door het gerenommeerde onderzoeksbureau ResearchNed uit Nijmegen. Volgens de evaluatie bevordert de aanpak met kwaliteitsafspraken het kwaliteitsbewustzijn binnen de scholen. De afspraken leiden ook tot meer inzet op thema’s als excellentie. Volgens ResearchNed is het nog te vroeg om harde resultaten te laten zien.
Regio
ResearchNed concludeert dat scholen bij het opstellen van de plannen slechts in beperkte mate afstemming hebben gezocht met interne en externe belanghebbenden. Ook de doorvertaling van de kwaliteitsplannen naar de onderwijsteams kan soms beter. De slotconclusie van ResearchNed is dat de kwaliteitsplannen een breed gewaardeerde manier zijn om de kwaliteitsontwikkeling in het mbo te ondersteunen. In een brief aan de Tweede Kamer noemt minister Bussemaker de kwaliteitsafspraken ‘een betekenisvolle stap naar verdere kwaliteitsverbetering’. In 2019 volgt een eindevaluatie van de kwaliteitsafspraken.