Het Stagefonds zorg biedt subsidie aan zorginstellingen die stageplaatsen aanbieden. Het kabinet wil dit fonds afschaffen. Dat plan wordt ondersteund door een rapport van de Algemene Rekenkamer uit 2023. Volgens dit rapport is het Stagefonds geen effectief middel om instellingen te stimuleren meer stageplaatsen aan te bieden.
Via het Stagefonds zorg kunnen zorginstellingen een deel van de kosten dekken van het aanbieden van stages voor mbo- en hbo-studenten. Deze bijdrage kan oplopen tot 2.700 euro per stageplaats. In totaal is er voor de subsidieregeling, die al ruim tien jaar bestaat, een budget beschikbaar van 122 miljoen euro. Het ministerie van Volksgezondheid wil het fonds schrappen. Deze bezuiniging zou moeten ingaan vanaf 2028.
Verzet
Er is breed verzet vanuit de zorgsector tegen de voorgenomen bezuiniging. Volgens Bianca Buurman van de beroepsvereniging voor verpleegkundigen en verzorgenden staat de bezuiniging haaks op de ambitie om de tekorten in de zorg aan te pakken: ‘Als studenten geen stage meer lopen, kunnen ze niet afstuderen en zijn er straks nog minder professionals in ons land om zorg te verlenen.’
Onderzoek
De Algemene Rekenkamer heeft in 2023 de effectiviteit van het Stagefonds onderzocht. Volgens dit onderzoek helpt het fonds niet bij het vergroten van het aantal stageplekken. Zorginstellingen bieden vooral stageplekken aan om op die manier personeel aan zich te binden. Financiële overwegingen spelen hierbij nauwelijks een rol. De belangrijkste belemmering voor zorgorganisaties om meer stages aan te bieden, is begeleidingscapaciteit. Een vergoeding voor het aanbieden van stages draagt weinig bij aan de oplossing van dit knelpunt.
Kamerdebat
Bij het commissiedebat in de Tweede Kamer over stages uitten diverse Kamerleden hun zorgen over het afschaffen van het Stagefonds. Zo noemde Jan Paternotte (D66) de bezuiniging op het fonds ‘onbegrijpelijk’. En volgens Sandra Beckerman (SP) is er één ding dat goed werkt: het Stagefonds zorg. ‘Waarom gaat het kabinet dit dan wegbezuinigen?’ Het kersverse Kamerlid Martin Oostenbrink van de BBB verwees in zijn antwoord naar het rapport van de Rekenkamer uit 2023, dat hij ‘afgewogen en gedegen’ noemde. Minister Bruins gaf aan dat het Stagefonds een verantwoordelijkheid is van het ministerie van Volksgezondheid. Hij zal volgen hoe het aantal stageplaatsen in de zorg zich ontwikkelt, maar voelt zich niet geroepen het fonds in de lucht te houden.
Lees hier het rapport van de Algemene Rekenkamer uit 2023