Zet vakwedstrijden ook in voor algemene vaardigheden, die steeds belangrijker worden op de arbeidsmarkt van de toekomst. Die wens heeft Jan van Zijl, voorzitter van Worldskills Nederland.
De toekomst van de arbeidsmarkt en de functie van vakwedstrijden. Die onderwerpen stonden centraal tijdens het symposium dat Worldskills Netherlands organiseerde in de wandelgangen van de skills beroepenwedstrijden in de RAI. Het symposium werd ingeleid door Marjolein ten Hoonte, directeur Arbeidsmarkt van Randstad. Zij betoogde nog maar eens dat op de arbeidsmarkt van de toekomst algemene vaardigheden als verandervermogen cruciaal zijn. Werknemers zullen in staat moeten zijn mee te bewegen met ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Ook in de initiële opleiding moet voor deze vereiste wendbaarheid aandacht zijn.
Competenties
In het verlengde van dit toekomstbeeld vraagt Jan van Zijl, voormalig voorzitter van de MBO Raad, zich af of in de vakwedstrijden niet meer aandacht moet zijn voor algemene vaardigheden. Op dit moment zijn de wedstrijden uitsluitend gericht op specialistische werkzaamheden, maar dat sluit niet goed aan bij de arbeidsmarkt van de toekomst. Ook de specialist van de toekomst heeft brede vorming nodig. Wat dat betreft was de gedachte achter het competentiegericht onderwijs juist goed.
Harde cijfers
Tijdens het drukbezochte symposium waren er ook twee internationale sprekers. David Hoey, internationaal voorzitter van Worldskills, ging in zijn lezing in op ‘the power of skills’. De Finse onderzoeker Tuomas Eerola van de Häme University of Applied Sciences vertelde over zijn onderzoek naar de effecten van vakwedstrijden. Naast het enthousiasme dat de wedstrijden oproepen – in Finland was er na de organisatie van de Worldskills een stevige stijging van het aantal inschrijvingen – zijn er aanwijzingen dat vakwedstrijden een positief effect hebben op de kwaliteit van het onderwijs. Hij sprak over Skills competitions as a tool to develop top expertise. Ook is het een goede manier om contact te houden met bedrijfsleven. Zijn conclusie: ja, het werkt. Maar Jan van Zijl is nog niet helemaal overtuigd: ‘Ik wil graag harde cijfers over de waarde van wedstrijden.’
Bekijk hier de presentaties van het symposium.