Betere samenwerking kan uitval terugdringen

Met individuele loopbaanbegeleiding en betere samenwerking kunnen scholen het aantal uitvallers verder terugdringen. Maar het Nederlandse onderwijs is soms ook te saai, aldus Paul Rosenmöller.

Tijdens de CINOP Lentesessie 2016 voeren deskundigen uit de wereld van onderwijs, bedrijfsleven en politiek een goed gesprek. Volgens Rob Martens, voorzitter van het Expertisecentrum Beroepsonderwijs en hoogleraar aan de Open Universiteit, kan het onderwijs niet alle maatschappelijke problemen oplossen, ‘maar het is wel onze beste kans om jongeren op het juiste pad te zetten. Te veel mbo’ers vallen binnen een jaar uit. Ze verlaten vroegtijdig het onderwijs of kiezen een andere opleiding. Van de laatste groep haalt vervolgens amper 30 procent de eindstreep. Veel talent gaat zo verloren. Hoe lossen we dat op?’, vraagt Martens het achtkoppige discussiepanel dat door gespreksleider Henny Morshuis (CINOP) op het podium is gezet.

Overgangen
Volgens Paul Rosenmöller (VO-Raad) zijn vooral de overgangen buitengewoon kwetsbaar. ‘De stap van het vo naar het mbo en van het mbo naar het hbo is vaak te groot. Mogelijke oplossingen: betere samenwerking tussen sectoren en individuele loopbaanbegeleiding.’ Ton Hillen (Heijmans), die namens het bedrijfsleven is aangeschoven, kaart aan dat ‘jongeren te snel in een hokje worden geduwd. Op hun twaalfde moeten ze hun carrière al plannen. Dat gaat vaak mis. Stel het moment van keuze uit en laat ze wat langer werken aan de basis.’ Want net afgestudeerde scholieren kunnen volgens Hillen vaak amper rekenen of spellen. ‘Daarnaast vraagt de dynamiek van de moderne arbeidsarbeidsmarkt juist om breder opgeleide mbo’ers die makkelijk van baan kunnen veranderen’, vult Jan van Zijl (MBO Raad) aan.

Motivatie
Een tweede belangrijke oorzaak van de grote uitval is volgens Rosenmöller het gebrek aan motivatie. ‘Het onderwijs is te saai.’ Nederland scoort daarin uitgesproken slecht. Rosenmöller ziet het maatwerkexamen als één van de mogelijke oplossingen. Martens kan zich daar in vinden. ‘Er is een relatie tussen maatwerk en gebrek aan motivatie. Nu bepaalt je slechtste, en niet je beste vak hoe goed je kunt zijn. Dat werkt demotiverend.’

Personaliseren
Het onderwijs moet volgens hem meer gepersonaliseerd worden. ‘Het standaardonderwijsaanbod past niet in een wereld waarin moderne technologie ons de keuzevrijheid geeft zelf te bepalen wat, wanneer en hoe we iets doen.’ Het personaliseren van het onderwijs stuit op meer verdeeldheid dan het `later kiezen’. Volgens Jan van Zijl kan ook gepersonaliseerd lesgeven saai zijn. En aan het eind van de rit moet er wel een communicabel eindniveau zijn. Zodat bedrijven weten wat ze in huis halen, klinkt het vanuit de zaal.