Minister Bruins is ontevreden over het percentage studenten dat een stagevergoeding krijgt. Een wettelijke plicht om een stagevergoeding te geven vindt hij op dit moment echter niet gepast.
Dat schrijft minister Bruins in een brief aan de Tweede Kamer. Op verzoek van de Kamer heeft hij onderzoek laten doen naar de effecten van een verplichte stagevergoeding. Onderzoeksbureau Dialogic heeft in dit verkennende onderzoek onder andere gekeken naar de ervaringen van landen waar een minimale stagevergoeding is ingevoerd, zoals Duitsland en Frankrijk. Uit het onderzoek blijkt dat een verplichte vergoeding leidt tot een betere inkomenspositie van studenten. Maar de onderzoekers wijzen ook op risico’s.
Risico
Zo bestaat het risico dat de invoering van een verplichte stagevergoeding leidt tot minder stageplekken. Met name kleine werkgevers hikken aan tegen een verplichte vergoeding. Dit geldt in het bijzonder als het gaat om eerstejaars studenten of om studenten van een entreeopleiding of een opleiding op niveau 2. Vanuit werkgeversorganisaties is al eerder gewaarschuwd voor dit risico. Volgens MKB-voorman Jacco Vonhof is er een verband tussen de mate van productiviteit van de stagiair en de hoogte van de beloning. Zeker bij stages van eerstejaars studenten is een beloning daarom niet vanzelfsprekend, aldus de MKB-voorman.
Niet gepast
Mede op basis van dit onderzoek trekt minister Bruins de conclusie dat invoering van een verplichte minimale stagevergoeding op dit moment ‘niet gepast’ is. Hij ziet het als een verantwoordelijkheid van werkgevers om passende stagevergoedingen te verstrekken. Zij moeten daartoe extra stappen gaan zetten, zoals is afgesproken in het Stagepact. Het wettelijk afdwingen van stagevergoedingen gaat de minister nu nog te ver.
Hoopvolle signalen
Uit de diverse onderzoeken naar stages blijkt overigens dat er wel hoopvolle signalen zijn. Zo nam het aantal mbo-studenten dat een stagevergoeding ontving toe van 40,5 procent in 2023 naar 42 procent in 2024. Ook de hoogte van de stagevergoeding nam het afgelopen jaar toe. De helft van de mbo-studenten ontving een stagevergoeding van meer dan 250 euro, dat bedrag lag in 2023 op 230 euro. In steeds meer cao’s zijn daarnaast afspraken gemaakt over stagevergoedingen. Het aantal cao’s met dit soort afspraken nam toe van 60 naar 103. Circa 48 procent van de werknemers valt onder deze cao’s. In 2023 was dat 32 procent.
Oproep
Maar ondanks deze hoopvolle signalen is minister Bruins nog niet tevreden. Hij wil dat het percentage studenten dat een stagevergoeding krijgt sneller stijgt. Ook zijn de verschillen tussen de vergoedingen die studenten uit het mbo, het hbo en de universiteit krijgen nog te groot. Hij roept de sociale partners daarom op om nog vaker afspraken te maken in cao’s over stagevergoedingen. Hij roept daarnaast de werkgevers op om alle stagiairs gelijk te behandelen. In de Kamerbrief schrijft Bruins: ‘Ik verwacht dat werkgevers en werknemers hun verantwoordelijkheid nemen. Ik houd partijen aan de afspraken uit het Stagepact mbo en zal hen hier ook blijvend op aanspreken.’ Via de jaarlijkse voortgangsonderzoeken belooft Bruins de vinger aan de pols te houden. Als verbetering uitblijft, wil Bruins wel wettelijke maatregelen nemen. De minister: ‘Als de positief ingezette lijn van meer afspraken over stagevergoedingen stagneert, overweeg ik in 2027 of dit wettelijk vastgelegd moet worden.’
Lees hier de Kamerbrief van minister Bruins over stages
Lees ook: Leerbedrijven betalen vaker vergoeding voor stages