Bussemaker: ‘Geen versoepeling toezicht op mbo’

Er is geen sprake van versoepeling van het toezicht op de mbo-scholen. Dat schrijft minister Bussemaker aan de Tweede Kamer.

Eerder hadden diverse politieke partijen kritiek op de vermeende versoepeling van het toezicht op de mbo-scholen. Zij meenden dat met het addendum 2015 op het Toezichtkader bve de beoordeling van mbo-scholen op tal van punten zou zijn versoepeld. Volgens de reactie van minister Bussemaker hebben de critici het mis. Ten aanzien van de kwalificaties ‘goed’ en ‘voldoende’ verandert niets. De verandering heeft slechts betrekking op de kwalificaties ‘onvoldoende’ en ‘slecht’. Volgens het addendum, dat al sinds 1 januari 2015 van kracht is, krijgt de Inspectie iets meer ruimte om de kwalificatie ‘onvoldoende’ in plaats van ‘slecht’ te geven.

De lat omhoog
Minister Bussemaker weerspreekt dus dat de beoordeling van de scholen op tal van punten is versoepeld: ‘De lat wordt niet lager gelegd, want de lat voor het oordeel ‘goed’ en ‘voldoende’ blijft hetzelfde. Ook de cesuur tussen ‘voldoende’ en ‘onvoldoende’ blijft gelijk. De wijziging betreft alleen een schuif tussen het oordeel ‘onvoldoende’ en ‘slecht’, omdat ik wil dat het oordeel ‘slecht’ alleen gegeven wordt als op een van de bijbehorende aspecten wordt voldaan. Dat betekent dus niet dat met de invoering van het addendum sneller een ‘voldoende’ of ‘goed’ wordt gegeven. Op die manier komt het oordeel ‘slecht’ rechtvaardiger tot stand’.

Toegevoegde waarde
Het is de bedoeling in een nieuw Toezichtkader, dat vanaf 2016 van kracht wordt, ook het element ‘toegevoegde waarde’ mee te nemen bij de beoordeling van de opbrengsten van de mbo-scholen. De precieze vormgeving van dit element wordt dit jaar uitgewerkt en getest in pilots. Bij de maat voor toegevoegde waarde wordt gekeken naar de vooropleiding van de student en zijn uiteindelijke eindniveau. Zie ook ons eerdere artikel over ‘studiewaarde’.