‘Het vervolgonderwijs moet niet alleen draaien om kwantiteit. Het belangrijkste is dat iedere student op de juiste plek terechtkomt.’ Dat zei minister Bussemaker van Onderwijs vandaag in de Tweede Kamer naar aanleiding van haar omstreden uitspraken in de Volkskrant.
‘Wat mij stoort is dat iedereen altijd maar hogerop wil’. Dit citaat uit een interview met minister Bussemaker in de Volkskrant van zaterdag 6 juni leidde de afgelopen dagen tot veel reuring op twitter. Aanleiding voor Paul van Meenen (D66) om hierover vragen te stellen in de Tweede Kamer. Volgens Van Meenen ontmoedigt Bussemaker met haar uitspraak leerlingen het beste uit zichzelf te halen. Zij toont zich volgens hem niet de minister van verheffing maar die van ‘verkokering en vervlakking’.
Context
Minister Bussemaker verdedigde zich door te stellen dat het citaat uit de context is gehaald. Wie het hele interview leest, moet volgens haar concluderen dat ze juist wel jongeren wil stimuleren zich te ontwikkelen. Ze heeft slechts willen betogen dat de universiteit niet automatisch hoger gewaardeerd moet worden dan het hbo. Het is jammer als jongeren voor iets als status de universiteit boven het hbo verkiezen, of het hbo boven het mbo. Ze maakt juist bezwaar tegen de onderwaardering van het mbo. Mede daarom investeert ze ook de komende jaren in excellent vakmanschap op het mbo. Al met al ziet Bussemaker geen enkele aanleiding om afstand te nemen van het interview of het citaat.
Fout frame
Van Meenen verklaarde zich tevens te ergeren over het beeld dat mbo’ers het slecht doen op het hbo. Volgens Van Meenen blijkt uit cijfers van het CBS juist dat mbo’ers het beter doen op het hbo dan havisten. Hij riep de minister dan ook op om te stoppen met ‘dit foute frame’.