Het mbo moet de ruimte krijgen om snel in te spelen op ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Maar onderwijsvernieuwing moet volgens minister Bussemaker in de eerste plaats vanuit het onderwijs zelf komen.
In een lange beleidsbrief voert minister Bussemaker tal van argumenten op waarom een meer ‘responsief’ mbo nodig is. Belangrijkste achtergrond is de snel veranderende arbeidsmarkt. Het mbo moet in staat zijn snel in te spelen op de veranderende vraag naar kennis en vaardigheden op de arbeidsmarkt. De beleidsbrief van zestien (!) pagina’s is geschreven op verzoek van de Kamerleden Anne-Wil Lucas en Tanja Jadnanansing. Opvallend is dat de minister de verantwoordelijkheid voor een responsief mbo vooral bij de scholen zelf legt. Volgens Bussemaker hebben de scholen nu al de ruimte om in samenwerking met bedrijven het onderwijs te moderniseren. Zij roept in het bijzonder docenten op om de ruimte te pakken om het onderwijs van de toekomst vorm te geven.
Lectoraten
In de beleidsbrief worden diverse al langer bestaande voornemens nog eens opgesomd. Het gaat bijvoorbeeld om de mogelijkheid van cross-over opleidingen en een gecombineerde leerweg bol/bbl. Ook worden enkele nieuwe elementen geïntroduceerd. Zo wil Bussemaker mbo-scholen in navolging van het hbo de mogelijkheid geven praktijkgerichte lectoraten in te richten. Zo’n lectoraat moet een brug slaan tussen de veranderende beroepspraktijk en het onderwijs. De minister overweegt de lectoraten te ondersteunen via het Regionaal Investeringsfonds mbo.
Nieuwe namen
Verder neemt Bussemaker het voorstel van de MBO Raad over om niveau 2 in het mbo voortaan ‘basisberoepsonderwijs’ te noemen. De titel ‘middelbaar beroepsonderwijs’ heeft dan voortaan alleen maar betrekking op de niveaus 3 en 4. De nieuwe namen moeten bijdragen aan een beter herkenbaar beroepsonderwijs.
Lees hier de volledige beleidsbrief.