CBS: verschuiving van bbl naar bol

Het aantal leerbanen voor mbo’ers is volgens het CBS in 2013 met ongeveer tien procent gedaald ten opzichte van 2012. SBB voorspelt dat deze verschuiving zich de komende jaren doorzet.

Voor mbo’ers in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) waren in 2013, als gevolg van de economische omstandigheden, bijna 18 duizend minder leerbanen beschikbaar dan in 2012, een daling van bijna 10 procent. Bedrijven gaven 122 miljoen euro minder uit aan de begeleiding in leerbanen als onderdeel van mbo-opleidingen. Bovendien kozen bedrijven die leerbanen aanboden vaker voor kortlopende contracten. Ook daalde het gemiddelde aantal vormingsuren per mbo’er, behalve bij bedrijven in de zorg.

Wel meer stages
Het aantal mbo’ers in de beroepsopleidende leerweg (bol) dat stage liep (beroepspraktijkvorming) steeg in 2013 met bijna 8 duizend. Aangezien mbo’ers alleen een bbl-opleiding kunnen volgen als ze een leerbaan hebben, hebben waarschijnlijk meer mbo’ers gekozen voor een bol-opleiding. Ook al nam het aantal stage-uren per stagiair in alle sectoren behalve de zorg af, de uitgaven van bedrijven voor de begeleiding van mbo’ers in een bol-traject stegen met 25 miljoen euro tot 785 miljoen euro. Dit kwam – naast de stijging van het aantal mbo-bol stagiairs – doordat de loonkosten voor stagebegeleiders stegen.

Toekomst
Volgens de SBB-barometer van oktober 2014 zal deze trend zich de komende tijd verder doorzetten. Voor dit schooljaar (2014/2015) verwacht SBB maar net 100.000 leerbanen. Dit aantal lag enkele jaren geleden nog boven de 160.000. De stijging van het aantal bol-studenten compenseert niet volledig de daling van het aantal bbl-studenten. Sinds 2009 is het aantal mbo-studenten (bol en bbl) gedaald van 525.000 tot 490.000.

Foto: Claudia Otten – HMC