Het debat over de rekentoets werd fel gevoerd, met hier en daar zelfs een hysterische bijdrage. Maar een ruime meerderheid van VVD, PvdA en PVV steunt de toets.
Paul van Meenen (D66) vindt rekenen belangrijk, maar heeft scherpe kritiek op de rekentoets. De toets staat vol met talige ‘contextsommen’. Om het rekenniveau van leerlingen omhoog te krijgen, moet vooral geïnvesteerd worden in de pabo en op het rekenen in het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Invoering van de rekentoets zal volgens Van Meenen tot massaal niet diplomeren leiden. Hij spreekt van ‘een zwarte dag voor het onderwijs.’ Het doel (beter rekenen) is goed, het middel (de rekentoets) niet.
Slagveld
Ook Michel Rog (CDA) vreest dat de rekentoets tot een slagveld leidt. Het CDA staat voor goed rekenonderwijs, maar de toets is niet de oplossing. De toets helpt leerlingen niet, maar rekent ze af. Het rekenonderwijs moet beter worden, maar invoering van de rekentoets zal rampzalig zijn. Op het mbo haalt slechts 33% de rekentoets. Er zijn te weinig bevoegde rekendocenten. Bij de scholen is geen draagvlak voor de rekentoets.
Hysterisch
Harm Beertema (PVV) verbaast zich over de hysterische bijdrage van D66. In 2010 heeft de Tweede Kamer in grote meerderheid gekozen voor een langjarige aanpak om het rekenniveau van leerlingen te verbeteren. Waarom maken CDA en D66 nu een draai? Er wordt hard gewerkt om het rekenonderwijs te verbeteren en dat kost tijd. Werkgevers willen terecht dat leerlingen die van school komen kunnen rekenen.
PvdA
De pijlen van de oppositie richten zich vooral op de woordvoerder van de PvdA, Tanja Jadnanansing. Veel woordvoerders verwijten haar te kiezen voor de VVD in plaats van voor de leerlingen. Zij verdedigt zich door het belang van goed rekenonderwijs te benadrukken. Veel leerlingen en docenten willen beter rekenonderwijs, de politiek moet hen ondersteunen. Er wordt geluisterd naar de kritiek op de rekentoets, de toets wordt steeds beter en er zijn meerdere herkansingen mogelijk. Veel docenten vinden het reëel om het rekenniveau van leerlingen op tijd op peil te krijgen.
Slachtoffer
Volgens Karin Straus worden leerlingen niet het slachtoffer van een rekentoets, maar van slecht rekenonderwijs. De afspraken die sinds 2007 zijn gemaakt om het rekenonderwijs te verbeteren, moeten we nakomen. Jesse Klaver (GroenLinks) gelooft niet in een strenge rekentoets. Docenten moeten de ruimte krijgen om het onderwijs te verbeteren. Hij waarschuwt voor te veel focus op meetbare doelen.
Dijsselbloem
Zoals meerdere sprekers verwijst Jasper van Dijk (SP) naar de aanbeveling van de commissie Dijsselbloem om een onderwijsvernieuwing pas door te voeren bij voldoende draagvlak. De rekentoets is volstrekt onverantwoord, er is geen draagvlak en leerlingen zijn het slachtoffer. De rekentoets zou moeten plaatsvinden aan het eind van de onderbouw in plaats van bij het eindexamen. Maar het is nog niet te laat: ‘Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald.’
Stip op de horizon
Sander Dekker verwijst naar de stip op de horizon: in 2020 moet het rekenonderwijs op niveau zijn. Daar wordt geleidelijk naartoe gewerkt, de opgelopen achterstanden worden ingelopen. Naar aanleiding van kritiek en zorgen wordt de rekentoets aangepast en verbeterd. Er is discussie over het nut van de rekentoets. Maar het nu afschaffen van de rekentoets, zal het rekenonderwijs zeker niet ten goede komen. Op scholen waar hard wordt gewerkt aan rekenonderwijs, zullen vrijwel alle leerlingen slagen. Goed onderwijs is de sleutel tot een degelijk rekenniveau. De toets is geen doel op zich, maar een sluitstuk.