Deelnemers roeren zich

Mijn carrière in het onderwijs begon in 1977 toen een collega mij vroeg om gastlessen te verzorgen op haar school (MSPO). De kiesgerechtigde leeftijd ging in 1972 naar 18 jaar en als student politicologie leek ik haar de ideale persoon om leerlingen (waarvan een deel boven de achttien) op de kansen van hun nieuw verworven stemrecht te wijzen.

Ondanks de pogingen de nodige spanning aan te brengen in de les leek de animo om te stemmen niet schrikbarend toe te nemen. Uit evaluatie na de toen plaatsgevonden verkiezingen (25 mei 1977) bleken de meeste leerlingen hetzelfde gestemd te hebben als hun ouders. En de stemverhoudingen lagen toen wel even anders. De ‘grote drie’ scoorden respectievelijk 53 (PvdA), 49 (CDA) en 28 (VVD) zetels. Kom daar nu maar eens om! Bovendien lijkt het er niet op dat de huidige mbo-leerlingen hun ouders blindelings zullen volgen. Wat dat betreft zijn de tijden wel veranderd. De huidige deelnemers zijn mondiger, meer geëmancipeerd en hebben een eigen mening. Ter illustratie een aantal voorbeelden.

Stem mbo!
Op 6 februari biedt Jongeren Organisaties Beroepsonderwijs (JOB) de mogelijkheid aan de politiek om antwoorden te geven. JOB organiseert dan Stem mbo! Het studentendebat, waar de onderwijswoordvoerders van de politieke partijen met elkaar in debat gaan. Wij zijn erbij! Daarop vooruitlopend neemt voorzitter Rick van Wijk al stelling op de volgende punten:
– stop het rendementsdenken: stop de perverse financiële prikkels
– meer positieve aandacht voor het mbo
– loopbaanbegeleiding en burgerschap: zet bevoegde docenten voor de klas
– het mbo moet internationaliseren

Nepnieuws
Genoegzaam bekend inmiddels de HOAX van LAKS; het nieuws dat zij zouden deelnemen aan de verkiezingen. In deze tijd van ‘nepnieuws’ een niet echt gewaardeerde grap, maar wel een geslaagde poging hun wensen onder de aandacht te brengen. Zoals daar zijn:
– De basisbeurs voor studenten komt terug. Weg met het leenstelsel.
– Schaduwonderwijs van particuliere bureaus waarbij leerlingen tegen hoge betalingen extra begeleiding en examentraining krijgen, moet verboden worden.
– Elke leerling heeft recht om zonder aanvullende eisen door te stromen naar een hoger niveau.
– Gooi de bekostiging van scholen op de schop zodat niet hoge slagingspercentages, maar kwalitatief goed onderwijs wordt gestimuleerd.
– Pak het rendementsdenken bij de wortel aan: scholen die nog wurgcontracten aan leerlingen geven en leerlingen onterecht uitsluiten van het examen moeten keihard gestraft worden.
– Vmbo-leerlingen moeten de mogelijkheid hebben een schakeljaar tussen het vmbo en het mbo te volgen.
– Er moeten landelijke eisen worden gesteld aan loopbaanoriëntatie en –begeleiding op scholen.

Politieke voorkeur jongeren
En dan is er het onderzoek van Vrij Nederland naar de politieke voorkeur van jongeren (18-25 jaar). in vergelijking met 2007 is met name opvallend de gedaalde populariteit van PvdA (van 14 naar 4%), SP (van 26 naar 5%) en CDA (van 11 naar 1%). Koos in 2007 nog meer dan de helft van de jongeren voor één van deze drie partijen, in 2016 is dat nog slechts 10%. Daartegenover staat de enorme stijging van de PVV (van 7 naar 27%) en van de jongeren die nog niet weten wat ze stemmen (van 10 naar 21%).
Een opvallende bevinding van het onderzoek is dat jongeren niet alleen vinden dat politici tekort schieten, maar ook de kiezers, onder wie dus zijzelf of hun leeftijdgenoten. Een flink percentage van de jongeren vindt de politiek te ingewikkeld om echt te kunnen begrijpen wat er aan de hand is: ‘regelmatig’ zegt 20 procent (was 17 procent in 2007), ‘vaak’ zegt 11 procent (was 2 procent in 2007). Daaruit zou kun je kunnen concluderen dat politici er onvoldoende in slagen helder uit te leggen wat van belang is, maar ook dat jongeren vinden dat ze zélf onvoldoende zijn geëquipeerd om politieke kwesties goed te begrijpen.

Burgerschap
Er moet dus misschien toch nog wat gebeuren aan de inhoud en intensiteit van de lessen Maatschappijleer en Burgerschap! Maar dat geldt niet voor alle jongeren. Steeds vaker duiken jongeren op die een duidelijke mening hebben over het beroepsonderwijs, de politiek en de beleidsvoornemens. Zoals een student van ROC Amsterdam die – al of niet ingegeven door zijn mentoren en docenten – commentaar geeft op de ontwikkelingen vmbo en mbo. Of rapper Massih Hutak die in dit fragment wel heel recht-voor-de-raap commentaar geeft op de beleidsvoornemens van Sander Dekker.

Conclusie
De tijden zijn veranderd. Deelnemers, studenten zijn bewuste kiezers geworden. Daarmee heeft de school ook de plicht hen wegwijs te maken in de politiek en de standpunten van de verschillende partijen. Voor zover ze dat zelf al niet doen zoals LAKS en JOB laten zien. Maar ze kunnen ook bondgenoten zijn of worden als het om de juiste keuzes gaat rond goed onderwijs en een betere samenleving.

Haye van der Werf