Docenten sterk verdeeld over lerarenregister

Onder mbo-docenten zijn ongeveer evenveel voor- als tegenstanders van een lerarenregister. Als er een register komt, moeten er volgens de docenten voor het mbo aparte eisen gelden. Dat blijkt uit een enquête die de beroepsvereniging van mbo-opleiders organiseerde.

Het lerarenregister blijft de gemoederen bezig houden. De politiek houdt er aan vast en legt de ontwikkeling van het register nu in handen van de groep die het ook het meeste aangaat: de docenten zelf. De beroepsvereniging van mbo-opleiders (BVMBO) heeft die handschoen snel opgepakt, zo bleek bij de presentatie van de enquête op donderdag 24 mei in Den Bosch.

Lerarenparlement
De als altijd enthousiaste Rob van Seters, voorzitter van de commissie Lerarenregister BVMBO, heet iedereen welkom in het Innovatiehuis in Den Bosch en vat de redenen samen van deze bijeenkomst. ‘Nadat de Onderwijscoöperatie eind maart de opdracht teruggaf aan OCW om het lerarenregister tot een succes te maken, ligt nu, ook door het aannemen van de motie Van Meenen-Rog in de Tweede Kamer, het momentum bij de docenten.’ En met name bij het Lerarenparlement, waarvan vanmiddag vier (Jan Balk, Thea Nabring, Marjolein Held en Geza Trouw) van de acht mbo-afgevaardigden aanwezig zijn. De toekomst van het lerarenregister loopt via hen. ‘De politiek is er erg druk mee, wij proberen ons als beroepsvereniging te laten horen en willen ons vooral richten op het organiseren van dialoog en het verkennen van meningen’, vult Held, tevens voorzitter van de BVMBO, aan.

Enquête
Vandaar ook dat het idee om een enquête op touw te zetten om mbo-docenten concreet naar hun ideeën rondom het lerarenregister te vragen. ‘Er was tot afgelopen maandagavond gelegenheid om deze enquête in te vullen’, vertelt BVMBO-bestuurslid Jolanda Cuijpers. Heet van de naald dus, maar nog beperkt in duiding. Doorwrochte analyses en verdiepingen volgen nog. Verheugend was in ieder geval dat maar liefst 1.154 respondenten de enquête hebben ingevuld. Cuijpers: ‘We zijn dus in staat om in korte tijd een flinke groep te mobiliseren, ook dankzij de rol van onze ambassadeurs die het op hun scholen onder de aandacht brachten.’

Meningen verdeeld
Uit de antwoorden van de respondenten blijkt dat de meningen elkaar bijna in evenwicht houden:
– er zijn iets meer tegenstanders dan voorstanders van het verplichte lerarenregister;
– een meerderheid wil liever niet werken met registerpunten/uren, zoals nu in het vrijwillig lerarenregister gebeurt;
– de meesten vinden dat het mbo een ander lerarenregister nodig heeft dan po en vo.
Negatieve opmerkingen gingen onder andere over de extra administratieve druk, het gebrek aan toegevoegde waarde en de belemmering die het register kan veroorzaken bij de aanvulling van het lerarentekort. Aan de positieve kant stellen respondenten dat het register de bekwaamheid van de docent aantoont en voor een positieversterking kan zorgen.

Een nadere analyse van de enquête volgt later